INFANTERIE TRAINING. Het zenden van marechaussée naar Borneo, het mislukken? van den tocht naar Roemah Soal (Ceram)in Sept. 1904, het niet bereiken van het doel bij zooveel vorige gelegenheden op ander oorlogsterrein werd vooral veroorzaakt door de logge langzaam heid van onze gewone infanterie 1) tegenover de veel grootere- beweeglijkheid van den inlandschen vijand. Tegenover den inlander schuilt de kracht van onze troepen in hunne betere bewapening. Indien we hem die kracht niet kun nen doen gevoelen, omdat we hem niet bereiken, is zij nutte loos. Tegenover den gelijkbewapenden tegenstander ligt ons- eenig voordeel in het vertrouwd zijn met land en volk, de ken nis van en het beweeglijk zijn in het Indische terrein. Tegen over beide is die beweeglijkheid eene levensvoorwaarde voor ons succes. Zij vormt een der belangrijkste nummers van ons oefe ningsprogramma. Ook ten aanzien hiervan geldt echter wat 6 v/h S.Y. Inf. zegt: „de onderwijzer kan in den regel niet' naar eisch aan anderen leeren, wat hij zelf niet behoorlijk weet uit te voeren." Men zal zulks toestemmen, en toch, wanneer een compag niescommandant, bij eene andere gelegenheid dan op manoeu vres, in tegenwoordigheid van hooggeplaatsten eene steile hel ling afvliegt, zijn troep onder een kwinkslag voorgaand, een diepe kali doorwaadt, en beslikt en bemodderd zich met ge scheurde kleeding tegen den anderen oever ophijscht, dan zijn er velen nog geneigd dien man „bijzonder fanatiek" of „gevaarlijk aanstellerig" te noemen. Daar staat tegenover, dat een kapitein, die altijd met schoone slobkousen thuiskomt, omdat hij te paard 1) Bij den tocht naar Roemah Soal was daarvan niet weinig schuld, de indeeling van de landingsdivisie van II.M. „Ceram", welke, in het geheel niet in marcheeren getraind, de Bezwaren van het zeer moeilijke terrein meer nog dan onze infanterie ondervond. Eed

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 390