393 voering der voorpanden, terwijl de staande kraag heeft plaats gemaakt voor een liggenden. De liggende kraag telt ook in ons leger vele voorstanders. Op merkelijk is het, dat een vrijwilligerskorps als het Medansche, dat zich zelf een uniform koos, aanvankelijk den liggenden kraag aannam, doch al zeer spoedig tot den staanden kraag terugkeerde, omdat de liggende kraag door de meerdere lagen stoffage om hals en schouders hinderlijk warm was. Dat klinkt heel anders dan de luide weeklachten, die bij ons gehoord worden over 't schoeisel, dat, wat maaksel betreft, bijna geheel aan het Engelsche gelijk is. Alleen de sluiting wijkt af. Korten tijd geleden is ook aan onzen schoen een sluiting aan gebracht, overeenkomende met die aan den Engelschen, doch met vier in stede van met vijf vetergaten. Eenigen tijd geleden werd door de Regeering bepaald, dat aan inlanders, aan wie schoenen moeten worden verstrekt op genees kundig certificaat, dan wel die voor het dragen van schoenen in aanmerking moeten worden gebracht omdat ze op expeditie zijn of daartoe moeten worden gereed gehouden, zeildoeksche schoenen kunnen worden verstrekt in stede van lederen, mits de eerste niet duurder zijn dan de laatste. Het model dezer zeildoeksche rijgschoenen zou door den Legercommandant wor den vastgesteld. Dit is reeds in zooverre geschied, dat als model werd aangenomen een hooge rijgschoen van bruin geverfd zg. In Zuid-Afrika droegen de officieren onder den liggenden kraag meest een zijden, de manschappen een wollen halsdoek, omdat de kraag anders door zweet en vuil spoedig stijf en hard werd. De halfhooge lederen laars werd algemeen verworpen. Bij alle wa pens werd de lederen rijgschoen gedragen. 1) Het voorstuk reikt tot aan den bovenkant van het achterstuk, waardoor het water niet zoo licht in den schoen kan dringen. In alle jaargetijden, doch vooral ge durende den regentijd en op zwaren leemigen bodem, voldeed dit schoei sel uitmuntend, zoodat voetwonden zelfs na zware marschen uiterst wei nig voorkwamen. 1) Zie de figuren 24 en 25 van de plaat beboerende bij het opstel over schoeisel op blz. 413 van deel I, jaargang 1904 van dit tijdschrift.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 409