424
Dr. J. J. de Hollander. Handleiding bij de beoefening der
Land- en Volkenkunde van Ned. Oost Indië, 5e druk.
P. A. van der Lith. Nederlandsch Oost-Indië, I en II.
Bijdragen Taal-, Land- en Volkenkunde, 5e volgreeks, 4e
deel 1889.
Encyclopeadie van Ned.-Indië.
K. van der Maaten. De Indische Oorlogen.
I. Enkele aanteekeningen omtrent en volk.
A. Het land.
1. Ligginggrenzen en grootte.
Boni of Boné, met het onderhoorige Lamoeroe, is gelegen op
het zuid-westelijk schiereiland van Celebes, aan den westelijken
oever van de Golf van Boni, en grenst ten noorden aan Wadjo,
van welk rijk het gedeeltelijk door de Tjinrana is gescheiden
ten oosten aan de Golf van Boni, ten zuiden aan de Afdeeling
Oosterdistricten en ten westen aan de Afdeeling Noorderdistric-
ten, aan Tanette, Mario-ri-wawo (onderhoorig aan Soppeng) en
aan Soppeng.
Bovendien moeten nog de volgende enclaves tot Boni gere
kend worden
a. Pitoempanoewaé en Kera, begrensd ten noorden door Loe-
hoe en Sidenreng, ten westen en zuiden door Wadjo en ten
oosten door de Golf van Boni;
b. de kampongs Timpoé, Malela en Tjakeawo, in Loehoe gele
gen aan den mond der Tjempoé-rivier.
Het leenvorstendom heeft eene lengte van het noorden naar
het zuiden van 65, en eene breedte van het oosten naar het
westen van 45 palen (hier worden steeds Java-palen bedoeld),
terwijl het eene oppervlakte beslaat van +120 vierkante geo
grafische mijlen.
Na den oorlog van 1860 werden de landschappen Sindjai, Ka-
djang en Oud-Boelekoemba ingelijfd bij het Gouvernementsgebied
en de Tjangka-rivier als de zuidelijke grens van Boni aangenomen.