- 427
Letempoe, 1269 voet
Ponré, 2539
Balakang,
Djodjo,
Roeng,
Malaka,
Malle,
Galinkang,
Tjimpolong,
Lapitoe, 952
Wawodata, 1111 en
Tanette 1269
In den Mampoe-heuvel (952 voet) in het N.O. van Boni bevindt
zich een zeer fraaie grot met vele gangen. Een van die gangen
komt uit op eenen onderaardschen stroom, die zich, naar beweren
van inlanders, in de Oenji-rivier (rechterzijrivier van de Tjinrana)
stort. Vulkanen worden niet aangetroffen.
Vlakten. Het dal van de Walannaé is 15 tot 20 palen breed.
Aan den voet van den Bawa Karaëng aanvankelijk Lappa Béengo
genaamd, strekt die vlakte zich uit over oostelijk Lamoeroe, een
gedeelte van Boni, Soppeng en Wadjo, daarbij plaatselijk ver
schillende namen dragende. Zij is zeer vruchtbaar, doch in het
bijzonder geldt dit voor de vlakte van Béengo, die eertijds door
belangrijke waterwerken werd bevloeid. Deze werken zijn thans
door verwaarloozing bijna geheel verdwenen, een groot deel dezer
vlakte ligt braak.
Over het algemeen is de bodem vruchtbaarde geheele laag
vlakte van Bonetanga is zeer geschikt voor rijstcultuur. Het pro
duct is echter van inferieure kwaliteit, omdat de grondbewerking
slechts oppervlakkig wordt uitgevoerd, de bibit van mindere
hoedanigheid is en de sawahs geheel van regen afhankelijk zijn,
ofschoon bevloeiïng zeer goed mogelijk is, indien slechts water
leidingen worden aangelegd.
4. Rivieren.
De voornaamste rivieren zijn de Walannaé en de Tjinrana.
Eerstgenoemde ontspringt op een top van het voorgebergte