459 In de laatste vergadering der „Indische Krijgskundige Veree- niging" is de oprichting van afzonderlijke korpsen voor dit •doel bepleit. Ik heb de overtuiging, dat de bestaande toestand, waarin, pecunia causa, vooralsnog in den eersten tijd geen verandering :zal worden gebracht, gehandhaafd kan blijven. Yelen deelen deze meening, en het bewijs daarvoor is, dat in den laatsten tijd bij de verschillende depotbataljons een geheel nieuwe onder- richtsmethode is ingevoerd, de strekking hebbende den recruut zoodanig op te leiden, dat hij, bij overgang naar een veldbatal- jon, geen storenden invloed op den gang van 't onderricht bij het korps behoeft uit te oefenen. Toch wil het mij voorkomen, dat bij deze verbeterde oplei ding nog te veel tijd wordt besteed aan het onderricht in bij zaken en te weinig aandacht wordt geschonken aan datgene, wat als eisch voor den beroepssoldaat is vooropgesteld. Mijn denkbeelden over dit onderwerp zijn hieronder weerge geven. Daarbij heb ik me de wenken, door vorige schrijvers daar over in 't Indisch Militair Tijdschrift gegeven, ten nutte gemaakt. De in Indië aangeworven recruut, zoowel van Europeeschen als van inlandschen landaard, is, over 't algemeen, lichamelijk niet krachtig genoeg ontwikkeld, om al dadelijk na zijne indienst treding zwaren inspannenden arbeid te kunnen verrichten. De in Nederland aangenomene verkeert in eene betere conditie, doch ■daar deze een acclimatatieproces heeft te ondergaan, is 't even min wenschelijk van hem reeds in den beginne buitengewone krachtsinspanning te vorderen. Exercitiën hebben daarom aanvankelijk hoofdzakelijk in de morgenuren plaats en mogen niet te lang duren, terwijl men ■de middaguren besteedt om verschillende theoriën te houden. Tot onderwerp wordt gekozen de zorg voor 't eigen lichaam, de wenken op hygiënisch gebied door den recruut in acht te nemen, het verschil tusschen zijn vorige en tegenwoordige positie, de eerste beginselen van krijgstucht en ondergeschiktheid. Men maakt hem voorts bekend met de zware straffen, bedreigd tegen mishandeling of beleediging van meerderen en misdrijven tegen de gemeenschap, als het bestelen van zijn kameraad in de chambree.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 475