484 tig. De verdere opleiding tot schutter B en scherpschutter geschiedt bij het korps waarbij de recruut na zijne opleiding wordt ingedeeld. In 't algemeen behoort bij het practisch onderricht in het exercitiereglement het streven op den voorgrond te staan, op aanschouwelijke wijze de bedoeling van een of andere beweging- duidelijk te maken. Het zwenken en de schuinsche marsch bv. zijn bewegingen, die de recruut, zooals die thans worden onder wezen, in den beginne maar niet vatten kan. Maakt men even wel gebruik van een touw, iets langer dan de frontbreedte van de klasse, waarvan het eene einde met een lus bevestigd wordt om de greep van een, als spil dienend, in den grond gestoken kapmes, terwijl 't andere einde door den vleugelman aan de tegenovergestelde zijde wordt vastgehouden, dan is in een enkele les de wijze waarop het zwenken behoort te worden uitgevoerd duidelijk gemaakt. Bij het eerste onderricht in den schuinschen marsch bedient de onderwijzer zich van het volgende hulpmiddel. Hij stelt de 2 vleugellieden op ter plaatse waar na afloop der beweging de vleugels moeten komen te staan. Is de klasse na afloop der beweging niet tusschen deze manschappen opgesteld, dan ziet elke man voor zich zeiven de begane fout in en begrijpt daardoor wat van hem verlangd wordt. Bij het onderricht in het bajonetschermen neemt de onder wijzer een sabel in de hand en toont op aanschouwelijke wijze het doel eener parade enz. enz. Hij moet vooral niet te spoedig overgaan tot het geven van onderricht in rij en gelid. Eigen oefening behoort op den voorgrond te staan. De onderwijzer vestigt met deze methode onwillekeurig de aandacht van de reeruten op de fouten van hun nevenlieden, waardoor zij hun eigen fouten beter leeren inzien en trachten zullen ze uit zich zeiven te verbeteren. Door nu en dan, waar 't pas geeft, een woord van aanmoediging te doen hooren, kweekt hij lust en ijver. In den beginne vooral acht ik veel vrijheid van beweging noodzakelijk; het lang onbeweeglijk stilstaan maakt de reeruten lusteloos. Als algemeene regel geldt voor de overige oefeningen, als velddienst, tirailleeren enz., dat het practisch met het theore-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 480