4:79 schreden mag worden, of wel een maximum afstand \an de voorhoede vast te stellen. Ik zou er evenwel de vooikeui aan geven de 3 pelotons geheel bij de voorhoede in te deelen, en wel omdat eene ontmoeting met de tegenpartij reeds vrij spoedig te verwachten en eene behoorlijke samenwerking met de infan terie der voorhoede dan zeer gewenscht is. Het is nochtans duidelijk, dat de 3 pelotons niet geheel voor de rechtstreeksche beveiliging gebezigd behoeven te worden. De meer algemeene beveiliging wordt verkregen door den ophelde- ringsdienst, die hier eveneens op beperkte schaal kan en zelfs moet geschieden. De commandant der voorhoede dient daar voor dan zijne bevelen of aanwijzingen te geven. „Artillerie kan bij de voorhoede worden ingedeeld, wanneer een ontmoetingsgevecht waarschijnlijk is," enz. (Velddienst voorschrift 106, 2e al.). Betreffende het indeelen van dit wapen bij de voorhoede lezen wij in het Leerboek der Tactiek vau Hoogeboom en Pop het volgende: „Terwijl de voorhoede steeds zoo eenigszins mogelijk uit cava lerie en infanterie is samengesteld, wordt eerst bij grootere „troepenlichamen brigades en meer-zoo noodigartilleiie bij '^de voorhoede ingedeeld, om met hare hulp de gewelddadige „verkenning des vijands met kracht door te kunnen zetten. Als regel kan men daarbij aannemen, dat, wanneer de voorhoede „niet sterker is dan één bataljon infanterie, geen artillerie daar- „aan wordt toegevoegd, en voorts dat batterijen niet dan bij „hooge uitzondering worden gebroken." Hoewel men nu met het overnemen van dergelijke i egels voorzichtig moet zijn met 't oog op onze bijzondere toestanden, zoo geloof ik toch, dat deze hier geene afwijking van bovenge- stelden regel wettigen. Marcheert de artillerie achter het voorste bataljon in de hoofd macht, dan kunnen wij den afstand tot de voorste afdeeling infanterie in de marschcolonne als volgt berekenen: f Infanteriespits. Voor hoede. Afstand 1 sectie inf. Afstand Rest der comp. voortroep 250 M. 15 300

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 495