496
Aan de oppervlakte wordt het vaartuig voortbewogen door middel
van een viercylinder gasoline-machine, terwijl onder water de
voortstuwing verkregen wordt door een electromotor, welke zijn
beweegkracht ontleent aan een electrische accumulatoren-batterij
van 60 groote cellen. Deze electromotor kan ook een omgekeer
de werking verrichten, nl. gedreven door de gasolinemachine en
werkende als een dynamo, de accumulatoren laden. De gasoli
nemachine wordt aangezet met behulp van den electromotor.
Van uit den commandotoren kan het kijkinstrument, de peris
coop, worden uitgeschoven, waardoor het mogelijk wordt, onder
water zijnde, door de werking van een samenstel van prisma's en
lenzen den omtrek te verkennen. Talrijk zijn reeds de verschil
lende soorten van instrumenten, welke tot dit doel zijn uitgedacht.
Men noemt ze periscoop, altoscoop, hyphydroscoop, omnioscoop
enz. Een onlangs in Florence vervaardigd instrument, „telops"
genaamd, schijnt bijzonder goede eigenschappen te bezitten.
Het beste dezer werktuigen is echter nog maar een gebrek
kig hulpmiddel tot bereiking van het doel, daargelaten nog dat
buitengewone geoefendheid in het waarnemen op zee en in de be
handeling dezer instrumenten worden vereischt om er eenigszins
nut van te kunnen trekken. Zoolang het water ondoorzicht-
baar blijft en geen instrument wordt uitgevonden waarmede
deze vloeistof kan worden doorzien, is de onderzeesche boot in
ondergedompelden toestand nagenoeg blind. Dat zulk een uit
vinding vooralsnog niet waarschijnlijk is, mag een geluk ge
noemd worden voor de onderzeesche torpedobooten en voor de
mogendheden die belang hebben bij het bezit dier vaartuigen,
want zoodra een middel ontdekt wordt om door het water heen
te zien, is bet met de onderzeesche torpedobooten gedaan, aan
gezien de hoofdeigenschap, waaraan zij al hun voordeelen te
danken hebben, nl. hunne onzichtbaarheid, dan verdwijnen zou.
Onder water varende moet de boot aldoor op diepte gehouden
worden door middel van het horizontale roer, daar men altijd
een klein gedeelte reservedrijfvermogen behoudt, ongeveer 1/4
ton van de geheele waterverplaatsing. Stopt men
onder water varende den motor, dan keert de boot door het
reservedrijfvermogen vanzelf naar de oppervlakte terug.