505 hebbende of nog bestaande bereden infanterieorganisaties verder landsgewijze besproken worden. Engeland. Onder de legers die van bereden infanterie gebruik gemaakt hebben neemt het Engelsche zeker wel de eerste plaats in. Al hoewel daar te lande eerst onlangs door Lord Roberts de stoot gegeven is tot het opnemen van bereden infanterie in de vaste formatie van het leger, konden de Engelschen reeds lang bogen op een ruime, meestal gunstige ervaring, zoowel in Azië als in Afrika opgedaan, met tijdelijk of te velde geïmproviseerde orga nisaties van die wapensoort. Een en ander moge blijken uit het ondervolgende, waarin echter ook aan den dag zal komen, dat in vele gevallen gebrek aan voldoende cavalerie of onvoldoende oefening van dat wa pen noodzaakte tot het bereden maken van een gedeelte van het voetvolk. Azië. Gedurende den Sepoy-opstand werd in September 1857 onder majoor Eyre een colonne samengesteld, bestaande uit 40 cavaleristen, 160 op olifanten bereden infanteristen en 2 stukken geschut. De olifantruiters vochten uitsluitend te voet. Deze colonne had veel succes. In 1858 vulde de kolonel Franks de hem ontbrekende cavalerie met bereden infanterie aan25 infanteristen werden te paard gezet en onder bevel van een cavalerie-luitenant gesteld. Naar dit voorbeeld werden in hetzelfde jaar door generaal Dou glas voor een excursie naar Danapur welke ten doel had, een einde te maken aan het voortgezet, ongestraft komen en gaan van rebellenbenden 60 infanteristen aangewezen, om in alle haast als bereden infanterie te worden afgericht. Zij werden ingedeeld bij een colonne, die voor 't overige bestond uit 60 cavaleristen en 3 sectiën bereden treinsoldaten. Met deze colonne gelukte het den majoor Havelock een rebellencolonne den weg af te snij den en haar tijdens de vervolging, die 5 dagen duurde en zich over een afstand van 323.5 K.M. uitstrekte, in 3 onmoetingen een verlies van 500 dooden toe te brengen; de colonne zelf kreeg slechts 3 dooden en 18 gewonden, terwijl 43 paarden ten gevolge van overgroote inspanning omkwamen. Voorzeker een groot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 521