506 -
succes; doch men zal de vraag, of een colonne, uitsluitend!
uit goed geoefende cavalerie bestaande, niet hetzelfde zou heb
ben bereikt, bevestigend moeten beantwoorden.
Nadat Boven-Birma door Engeland was ingelijfd, kwamen daar
in de jaren 1891 en '92 nog onlusten voor, die een gewapen
derhand optreden in dit gebied noodig maakten. Voor cavale-
ristische doeleinden leende het terrein in de oerwouden van
Boven-Birma zich niet, zoodat een daar aanwezig Engelsch-In-
disch lansierregiment verplicht was bijna uitsluitend als bere
den infanterie op te treden, d.w.z. het paard enkel en alleen als
vervoermiddel te bezigen. Yoor deze paarden was echter het
klimaat moordend, waarom men zijn toevlucht nam tot den
inheemschen zg. Pegu-poney, die aan een krachtigen bouw en
grooten „Ausdauer" de zekerheid van het muildier in het klau
teren langs smalle en steile bergpaden paart. Deze poney's
werden gebezigd tot het formeeren van bereden infanterie, welke
wapensoort goede diensten bewees 1).
Afrika. Reeds vóór den laatsten grooten oorlog in dit wereld
deel had Engeland daar bij verschillende gelegenheden het gemis
aan bereden infanterie (lees: bereden troepen) gevoeld. Zoo wordt
de groote nederlaag der Engelschen in den Zoeloe-opstand bij
Isandula op 22 Januari 1879, behalve aan hun ondoelmatige vecht-
wijze, toegeschreven aan gebrek aan bereden troepen.
Ook in 1880—'81 tijdens den oorlog met Transvaal ondervond
Engeland de nadeelen van het gebrek aan voldoende bereden
troepen. Toen bevonden zich in Natal slechts 117 man Royal
Dragoons en 66 man Natal Mounted Police. Onder de uit Enge
land gezonden versterkingen bevond zich, behalve een regiment
cavalerie, een detachement van 125 man dat bestemd was om
als bereden infanterie dienst te doen.
Een dergelijk detachement bewees ook goede diensten gedu
rende den veldtocht in Egypte in 1882.
Op grond dezer ervaringen won langzamerhand in Engeland
het denkbeeld veld, dat bereden infanterie voor de oorlogvoering
in Afrika een onontbeerlijke wapensoort was, waarbij echter over
het hoofd werd gezien, dat die onontbeerlijkheid grootendeels een
gevolg was van de onvoldoende sterkte der tot dusver in Afrika
1) Mil. "Wochenblatt 1904 No. 115.