532
nieuwde hij ongevraagd zijn eed van trouw, doch sedert 1897
heeft hij bij verschillende gelegenheden zich niet alleen schuldig
gemaakt aan overtreding van het bestaande contract, maar ook
den eerbied en de gehoorzaamheid die hij aan het Hoofd van het
"Gewest verschuldigd is geheel uit het oog verloren, zooals uit
het volgende zal blijken:
1. In Mei 1897 riep de vorst van Loewoe de hulp in van
•den vorst van Boni, om hem met geweren en munitie te helpen
tegen een inval van bewoners der Toradjalanden. De Gouver
neur van Celebes gaf te kennen, dat er geene bezwaren be
stonden tegen het verleenen der gevraagde hulp als Boni daar
toe genegen was, maar dat die hulp zich dan ook niet verder
mocht uitstrekken dan tot het in leen geven van geweren en
munitie. Desniettegenstaande zond de Leenvorst zijnen zoon,
•den Poenggawa, met eene aanzienlijke macht naar Loewoe.
Voor de verleende hulp eischte de Poenggawa een gedeelte der
Toradjalanden, die onder Boni zouden komen te staan.
Daar bij art. 6 van het contract is bepaald, dat de leenvorst van
Boni en zijne landsgrooten buiten de kusten van het rijk en de
•golf van Boni geen heerschappij mogen uitoefenen, werd den
"Vorst het verkeerde zijner handelingen onder het oog gebracht
•en hem verboden zich in den vervolge met de zaken der Tora
djalanden in te laten of er gezag uit te oefenen.
2. In 1899 werd het Wadjosche district Bola wegens onge
hoorzaamheid door Aroe Peneki (een der 6 voornaamste vorsten
van Wadjo) getuchtigd, bij welke gelegenheid ook de Bonische
grenskampong Solo werd in brand gestoken, omdat Aroe Peneki
meende, dat die kampong met Bola heulde. De Leenvorst eischte
hiervoor eene boete volgens 's lands gebruik, en toen deze werd
geweigerd, zond hij den Poenggawa met eene groote macht naar
Peneki, de verblijfplaats van Aroe Peniki, om wraak te nemen.
'Zonder tegenstand te ontmoeten, bezette de Poenggawa Peneki,
doch toen de Gouverneur van Celebes het voorgevallene ver
nam, schreef hij den Leenvorst aan, om den Poenggawa te ge
lasten met zijne macht het Wadjosche grondgebied te verlaten.
Terwijl de Poenggawa zich gereed maakte aan dit verlangen
gevolg te geven, vernam hij dat Aroe Peneki de Bonische kam
pong Pompanoewa had aangevallen. Na de kampong Peneki in