533
brand gestoken te hebben, begaf hij zich naar Pompanoewa, ver
nam daar dat de aanval door de kampongbewoners was afge
slagen, trok echter wederom de grens over en vervolgde Aroe
Peneki tot in de groote en versterkte kampong van diens gebied,
nl. Seengkang. Hier werd een verwoed gevecht geleverd, dat
eindigde met de volkomen overwinning der Bonieren en waarbij
de geheele kampong Seengkang, met meer dan 1000 huizen, in
de asch werd gelegd.
Toen de Gouverneur van Celebes den Leenvorst wees op het
schenden van het door hem gesloten contract, dat het eigen
machtig oorlog voeren aan Boni verbiedt, antwoordde hij, dat hij
beloofd had, om zijn grondgebied, dat hij van het Gouvernement
in leen had, ongeschonden te bewaren en daarom naar de wape
nen had gegrepen toen Aroe Peneki dit gebied bedreigde. Hij
beloofde evenwel in den vervolge des Gouverneurs bemiddeling
te zullen inroepen.
3. In weerwil hiervan kwamen daarna klachten binnen, dat
de Yorst in het door zijn zoon verwoeste Wadjosche district
Peneki belasting liet heffen en dat hij zich met de aangelegen
heden van Wadjo inliet en gewapende Bonieren derwaarts zond.
De Gouverneur onderhield hem ernstig hierover, daar't Gou
vernement niet gedoogen kon, dat hij gewapende benden zond
om 's Gouvernements bondgenooten te beoorlogen.
■i In November 1901 werd van den controleur van Saleijei
bericht ontvangen, dat eene Bonische prauw, voerende de gele
vlag en den vorstelijken wimpel, in zijne afdeeling was geko
men met eenige gewapende Bonieren en een schrij ven van den
Leenvorst, die met geweld van de aldaar wonende Bonieren een
soort van belasting in geld trachtte te innen.
De Leenvorst werd met deze wederrechtelijke handeling in
kennis gesteld en hem op art. 5 van het met wijlen zijnen vader
Aroe Palakka op 13 Februari 1860 en op art. 12 en 13 van het
met hem op den 6en Februari 1896 gesloten contract gewezen. In
antwoord hierop deelde de Yorst mede, dat hij de bewuste prauw
uitgezonden had om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak
van den dood van zijne Towangkesche onderdanen te Larantoeko,
en ook om al de Bonieren op te zoeken en van hen geld te vra-
gen tot dekking van de kosten die hij gemaakt had tijdens den