536
van Boni. Herhaaldelijk toch werd de vorst door den Gouver
neur op zijne plichten gewezen, maar het lijkt wel alsof hierbij
voor dooveman's ooren gepreekt werd. Dat ons prestige bij
zonder geschaad wordt, indien 's vorsten handelingen niet ten
spoedigste krachtig worden tegengegaan, spreekt als een boek.
Het heeft dat prestige toch al geen goed gedaan, dat La Pawa-
wooi tot nog toe ongestraft zijn gang heeft kunnen gaan, en
om nu nog langer te wachten, totdat de vorst op de onzerzijds
tot hem gerichte woorden tot inkeer zal komen, is onverantwoor
delijk, nu in Maart 1903 Boni door den Gouverneur van Cele
bes „voor het laatst" en nog later „voor het allerlaatst" werd
gewaarschuwd.
J. VAN DEK WEIJDEN.