541 1) Het Fransche expeditionnaire korps dat in 1900 naar China -werd gezonden telde slechts zeer weinig cavalerie. Dit gebrek deed zich al heel spoedig zoozeer gevoelen, dat enkele infan- terie-troependeelen er uit zich zelf toe overgingen eenige man schappen, later kleine afdeelingen, bereden te maken, ten einde zoodoende eenigermate in den ordonnansen dienst enz. te voor zien. Doch ook in het gevecht bleek al spoedig, dat de cava lerie onvoldoende in aantal was en zulks ten gevolge van het eigenaardige optreden van den tegenstander. De krijgsverrich tingen in het begin van den veldtocht toch bestonden voorna melijk in het nemen van door den vijand bezette plaatsen. Tot de colonnes die daartoe uitgezonden werden behoorde in den regel niet meer cavalerie dan 1/2 eskadron Afrikaansche Jagers te paard. Deze cavalerie ging de colonne vooraf en eischte bij het naderen van een bezette plaats de overgave der bezetting werd aan dezen eisch niet voldaan, dan opende de artillerie der ■colonne haar vuur en maakte de infanterie zich tot den aanval gereed. Meestal waren eenige G. K. T. schoten voldoende om de verdedigers te verjagen, die dan de plaats aan de tegenover liggende zijde verlieten, voordat de infanterie die zijde had kunnen bereken, terwijl de zwakke cavalerie niet in staat was de vluchtende menigte daar tegen te houden. Meer bereden troepen waren dus dringend noodig, en daar cavalerie, d.w.z. werkelijke ruiterij, niet zoo dadelijk op te richten is, nam men ■en zeer terecht-zijn toevlucht tot een surrogaat daarvoor: de bereden infanterie. In Januari 1901 gelastte de Fransche opperbevelhebber, ge neraal Yoyron, dat de le compagnie van het 16e koloniale in- fanterieregiment in een bereden compagnie veranderd zou wor den; zij werd door aanvulling met manschappen van andere infanteriekorpsen op een sterkte van 100 man gebracht en was ingedeeld in 4 sectiën. Men slaagde er in een voldoend aantal menschen te vinden die eenigszins konden rijden, en daar men na de oprichting nog 14 dagen tijd had alvorens de compagnie moest uitrukken, was zij op den vastgestelden tijd voldoende afgericht. 1) Het volgende ia ontleend aan „Berittene Infanterie in Frankreich". Intern. Revue etc. Beilieft 55.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 559