545 in Z.W. Afrika, alleen in China tijdens de onlusten in 1900 van bereden infanterie gebruik gemaakt. De ondervolgende bijzon derheden omtrent deze laatste zijn ontleend aan het artikel van den Major a. D. Junk „Berittene Infanterie" 1). Tijdens de troebelen in China zond Duitschland eerst het „Ma- rine-Expeditionskorps", dat later gevolgd werd door het „Ost- asiatisches Expeditionskorps". Het eerste, uitsluitend uit marine troepen bestaande, beschikte uit den aard der zaak niet over ruiterij. Ten einde in den allernoodzakelijksten tactischen ophel- deringsdienst te voorzien, werden enkele manschappen bereden gemaakt op ponies met Chineesche harnachementen. Bij het Ostasiatisches Expeditionskorps was wel cavalerie ingedeeld, doch zonder paarden; deze zouden in Amerika en Australië gekocht en van daar naar China gebracht worden. Daarom ging ook de expeditionnaire infanterie er toe over, evenals de marine, eenige manschappen op ponies bereden te maken. Nadat de paarden voor de cavalerie aangekomen waren, werd aan elk der 3 infanteriebrigades een eskadron toegevoegd; een vierde eskadron diende met 2 compagnieën infanterie tot beveili ging van de etappewegen van Tientsin naar Peking en Paotingfu. Al spoedig bleek deze cavaleriemacht te gering om den ophel- deringsdienst naar behooren waar te nemen, en werden uit het personeel der munitie- en treincolonnes de beste krachten geno men, die, in halve eskadrons vereenigd, de cavalerie moesten aan vullen tot dit doel stond ook de veldartillerie een deel der be dieningsmanschappen af. Daar deze laatsten, evenals de geleiders der treincolonnes, reeds konden paardrijden en met de kara bijn bewapend waren, en bovendien het paardenmateriaal goed was, had men in deze halve eskadrons een goede noodhulp-ca- valeriezij was echter in het algemeen aan Tientsin gebonden, omdat daar de munitie- en treincolonnes waren en men er op bedacht moest zijn, dat die zoo noodig snel bespannen moesten kunnen worden. De behoefte aan meer bereden troepen bleef zich echter doen gevoelen, vooral toen maar al te zeer bleek, dat de Duitsche infanterie in marschsnelheid te kort schoot tegenover de zonder treinen marcheerende Chineesche troepen en bij het naderen van 1) Jahrbiicher, October 1903.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 563