552 dellijn 10 M.), dan zou men bij vulling met waterstofgas eene stijgkracht verkrijgen van Q 500 (1.1 0.1) G 500 G. Yoor lichtgas krijgt men Q - 500 (1.1 0.8) G 150 G. In het eerste geval kan dus G ongeveer 410 K.G. zijn, in het tweede geval slechts 90 K.G. 1 M2. der ballonzijde weegt 0.35 K.G. Bij een ballon van 10 M. middellijn is dus het gewicht der zijde 110 K.G. Neemt men nu aan dat het gewicht van schuitje met touwwerk, instru menten en 500 M. kabel 180 K.G. bedraagt, dan kunnen dus met een met waterstof gevulden ballon twee waarnemers 500 M. opstijgen. (Frankrijk). Bij weinig wind bezit de ballon eene vrij groote stabiliteit en zwaait langzaam en rustig heen en weer. Bolvormige ballons worden bij vrij hevigen wind naar beneden gedrukt, zoodat de kabel een schuinen stand inneemt. Een rustige stand van den ballon is voor de verkenning van het terrein en de waarneming (de eenige doeleinden waarvoor de ballon tot nu toe wordt gebruikt) een eerste vereischte. Bij slin geren heeft de waarnemer hetzelfde gevoel als iemand ondervindt,, die door zeeziekte is aangetast; de waarneming wordt boven dien spoedig onmogelijk. Bij windsnelheden van 7 M. wordt het oplaten hoogst moeilijk, bij 10 M. en meer is het onmogelijk bolvormige ballons op te laten. Yandaar, dat men naar andere vormen is gaan uitzien en gekomen is tot de „drakenballons," welke eene veel grootere stabiliteit bezitten en gemakkelijker op te laten zijn. Duitschland heeft tot nu toe alleen zulke dra kenballons ingevoerd, de overige legers in Europa hebben alle nog bolvormige ballons. In het vervolg zal daarom alleen over bolvormige ballons worden gesproken. De grootte der stijgkracht is van invloed op den ballon als het om hulsel beschadigd is: een getroffen ballon blijft zoolang zweven, tot dat de stijgkracht nul is geworden; bij voortgezet gas verlies daalt hij. Zal de stijgkracht nul worden, dan moet eene hoeveelheid n.M.3 gas ontsnappen, waarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 570