558 Meten van den afstand tot den ballon. Het meergenoemd voorschrift zegt slechts„De afstand wordt zoo nauwkeurig mogelijk gemeten". Het schatten van den afstand is buitengewoon moeilijk. Het kabelstation, dat eene vrij nauwkeurige afstandsbepaling zou toe laten, is gewoonlijk onzichtbaar, daar het zich gemakkelijk kan maskeeren. De zwevende ballon ziet er op de groote afstanden altijd uit als eene donkerkleurige, cirkelvormige schijf. Bijzondere kenmerken, die de afstandschatting zouden kunnen bevorderen,, zijn dus uitgesloten. Bovendien is de vergelijking van de schijn bare grootte van den ballon met terreinvoorwerpen waarvan de- afmetingen bekend zijn of geschat kunnen worden uitgesloten, daar de ballon zich als een alleenstaand voorwerp in de lucht ver toont of hoogstens zich afteekent tegen wolken of bergketenen. Het eenige is, dat de afstand wordt beoordeeld naar de schijn bare grootte van de middellijn, wat echter niet nauwkeurig is. Proeven met ballons van 3 M. middellijn hebben bewezen, dat op 3000 M. met het schatten fouten tot 33 van den waren afstand werden gemaakt. Men dient dus gebruik te maken van afstandsmeting. Eerste methode. Met het richtvlak 1). Men richt op den ballon en meet de schijnbare grootte zijner middellijn in verdeelingen op de glasplaatzij deze n °/00. Bij be kende grootte D der middellijn vindt men dan voor den afstand x: x X 1000 M. n Deze metingen hadden plaats bij de artillerie-schietschool te Bracciano. Zij voldeden, wat vlugheid van uitvoering betrof, zeer goedaan nauwkeurigheid lieten zij echter, vooral op de groote afstanden, veel te wenschen over. Tweede methode. Met den afstandsmeter Gauthier. (Het gebruik van dit instrument wordt bekend verondersteld.) Bij deze wijze van afstandmeting moet gezorgd worden het doel beide keeren aan te peilen wanneer het op dezelfde plaats is. Bij een zoo beweeglijk doel als een ballon gaat men dan als volgt te werk. 1) Waar in het vervolg gesproken wordt van het richtvlak, wordt ook bedoeld de kijker tot plaatsbepaling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 576