567 Hierbij gaat men op gelijke wijze te werk als onder lo; alge- meene regels voor de correctie zijn niet te geven, omdat de snelheid waarmee de ballon daalt zeer verschillend is. 3o. het zich willen onttrekken aan de uitwerking van het vuur. De ballon beweegt zich afwisselend naar beneden en naar boven. Hierbij kan de snelheid niet groot zijn, in de eerste plaats omdat de inrichting voor het inhalen zulks niet toelaat, ten twee de, omdat de waarneming dan onmogelijk wordt. Neemt men aan dat de ballon bij deze op- en neergaande beweging eene gemid delde snelheid van 0.85 M. per seconde heeft, en vergelijkt men de lengte van den door den ballon gedurende den vluchttijd van het projectiel afgelegden weg met de HS3o der springpunten, dan ziet men dat deze op de groote afstanden belangrijk grooter is (zie onderstaand overzicht). Eene correctie behoeft niet te wor den aangebracht, zou bovendien moeilijk kunnen worden bepaald, omdat de ballon zich afwisselend in verschillende richtingen beweegt. Kanon van 7.5 c.M. L/35. 3000 8 7.5 6.4 4000 15.3 11 9.3 5000 27.1 15 12.7 5500 35.6 17.1 14.5 6000 46.3 19.4 16.5 Ten slotte nog een wijze van inschieten, die, wanneer zij prac- tisch bruikbaar blijkt te zijn, een belangrijke vereenvoudiging in het waarnemen zal brengen 1) 2). Gesteld de vuurmonden eener batterij zijn gericht op een punt Horizontale schootsafstand in M. HSg0 der springpunten in M. Vluchttijd van het projectiel in seconden. Afgelegde weg van den bal lon, gedurende den vlucht tijd van het projetiel, bij eene snelheid van 0 85 M. per sec. 1) Voor meerdere bijzonderheden zie Revue d'Artillerie, November 1903: Aizier: „Note sur un procédé automatique de réglage en portee pour les batteries a tir rapide." 2) Naar wij vernamen, doen de uitkomsten met deze methode, verkregen bij de aan vankelijke beproeving in 1904, gunstige verwachting koesteren omtrent hare practische bruikbaarheid. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 585