570 Wordt nu een salvo afgegeven, dan is de ligging der scho tenafgezien van groote spreidingen als volgt: Het schot van het linkerstuk zal het hoogst en het verst van het doel springen, dat van het derde stuk wat lager en meer dicht erbij, enz., terwijl het schot van het rechterstuk het laagst en het dichtst bij het doel komt te springen. De horizontale pro jectie van een salvo teekent zich dus af als de lijn 4,3,2,1, een (4-) salvo als de lijn l',2' ,3',4'. Yan de batterij uit gezien, projecteert zich een respec tievelijk een salvo tegen den horizont, als een schuine van links boven naar rechts onder (van rechts boven naar links onder) loopende lijn van springpunten, die zijdelings verder van elkaar lig gen, naarmate de springpunten verder van het doel zijn verwijderd. De figuren 8 tot 12 stellen de verschillende gevallen voor. Yan het salvo, afgebeeld in fig. 10, liggen de schoten voor en achter, omdat de lijn zoowel naar rechts als naar links loopt. De overige gevallen spreken duidelijk genoeg uit de teekening. Bij deze gewijzigde methode is het dus niet noodig de scho ten van een salvo achter elkaar af te geven, daar de ligging dei- schoten zich uit het verschil in hoogte der springpunten onmid dellijk laat aflezen. Bij het schieten op kabelballons, indien men bij alle stukken dezelfde O.H. en T. neemt, zal het dus op deze wijze mogelijk zijn, alleen door waarneming uit de batterij zich op den ballon in te schieten. N. E. L.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 588