587 'kogels dwars sloegen. De andere geweren welke niet in orde bevonden werden hadden meestal een sterke constante afwij king naar bovendit was in den regel nog te verhelpen door korrelvervanging of uitfreezing. De deskundigen verklaarden eenstemmig, dat de eenige oor zaak van dezen toestand moest gezocht worden in de onbekend heid met de wijze waarop het wapen moest worden schoonge maakt en onderhouden. Yoor hen, die nog zouden gelooven dat het nikkelstaai van den loop te zacht was, zoodat de ver wijding of slijting bij het schieten met scherp zou onstaan, diene het feit, dat aan de Hembrug uit één loop achtereenvol gens 6000 schoten werden afgegeven, waarna het kaliber nog geen honderdste m.M. was verwijd. Deze proef toonde derhalve duidelijk aan, dat men over de hoedanigheid van het loopen- staal gerust kan zijn, ook voor de toekomst. Een bewijs voor het niet goed onderhouden der wapens lag zeer zeker in de omstandigheid, dat de verdeeling der minder waardige geweren over de bataljons zeer verschillend was, o.a. werd bij een der bataljons slechts één geweer afgekeurd, bijeen ander daarentegen niet minder dan 35. Er waren dus compag nieën, waar klaarblijkelijk niet de noodige zorg aan het schoon maken werd besteed en monding- en kamergeleider zelden of nooit werden gebruikt. Welke nadeelige gevolgen het poetsen zonder de noodige zorg reeds in een betrekkelijk korten tijd voor het wapen heeft, bleek bij de geweren welke na de inspectie voor herstelling werden op gezonden naar de Hemburg. Men bevond nl. bij vele het kaliber tot 4/100 meer verwijd dan bij de inspectie, en niettegenstaande al het gepoets waren de wapens zwaar beroest. Wij wijzen er hier dan ook op, dat uitslijting veel erger is dan roest; is dit laatste eenmaal ontstaan, dan mag de man het niet wegnemen. Het is nl. een feit, dat al is een wapen zelfs zwaar beroest, dit toch nog niet verontrustend geacht kan worden; de daaromtrent bij het Noorweegsche leger genomen proef bewijst zulks volkomen. Ten einde te kunnen vaststellen in hoeverre roest schadelijk is voor het schot, nam men eenige geweren, waaruit gedurende 9 maanden dagelijks geschoten werd zonder ze ooit te reinigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 605