600 tijd van Alva echter vormden drie regimenten of terzio's een bataglia. Het leger dat hij in Italië tegen de Nederlandsche gewesten samentrok telde 10.000 man en was in vier terzio's verdeeld, en deze terzio's of regimenten weder in vendelen of compagnieën van tamelijk uiteenloopende sterkte. Zoo telde een Napolitaansch vendel 170, een Siciliaansch 138, een Lombardijsch 220 en een Sardinisch 179 man. De op deze wijze samenge stelde bataljons hadden dus een zeer belangrijke sterkte, variee- rende tusschen 2000 en 10.000 man; zij werden Spaansche of Hongaarsche genoemd. Maurits ging tot een geheel ander stelsel over en formeerde bataljons ter sterkte van een half regiment van 1000 man, waar van eenige te zamen den naam van „brigade" ontvingen. Sedert is in de sterkte der bataljons voortdurend wijziging gebracht. De linie-tactiek deed het gewicht van het bataljon als tactische eenheid beduidend verminderen, zoodat het mogelijk kon zijn, dat de sterkte afwisselde tusschen 250 en 800 man. De in het begin der 19e eeuw ingevoerde colonne-tactiek deed de beteeke- nis der bataljons weder rijzen, de noodig geachte geschiktheid tot zelfstandig optreden de getalsterkte tot 1000 toenemen. Compagnie. Dienstdoende krijgslieden werden oudtijds ghesellen genoemd. Een vereeniging van gezellen kreeg den naam van „gezelschap." Het woord „compagnie" werd onder de graven van bet Bourgondische Huis ingevoerd en is dus niets anders dan een gallische overzetting van het woord „gezelschap." Dat de compagnie eertijds, omstreeks de 16e eeuw, „vendel" werd genoemd, is algemeen bekend. Aanvankelijk telden de vendels niet zelden tot zelfs 500 man. De noodzakelijkheid, de bezwaren nl. om bij het uitbreken van den oorlog een voldoend aantal vendels aan te werven, dwong al spoedig tot het geven van geringere sterkte aan deze afdeelingen. In den loop der 17e eeuw verminderde die sterkte zelfs tot omstreeks 30 man per vendel. Een gevolg daarvan was, dat men niet langer aan elk vendel een vaandel kon uitreiken, dat de benaming dus onjuist werd en dat men er te gereedelijker toe kwam de, trouwens niet nieuwe, benaming „compagnie" in te voeren. Courtine en bastion. Men stelde zich den vestingwal tusschen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 618