604 wel onledig hield met de inwendige en administratieve aange legenheden van het vendel, dan laat zich de toenmalige vrij be langrijke positie van den sergeant wel verklaren. Sergeant-majooraanvankelijk een door den kolonel uit de kapi teins gekozen officier, wien de inwendige aangelegenheden van het ïegiment weiden toevertrouwd en die zich ook belast zag met het in slagorde formeeren daarvan. Het praedicaat sergeant is gaandeweg verwaarloosd en ook de eigenlijke betrekking is in haar wezen geheel veranderd. De oorspronkelijke beteekenis leeft nog voort in de woorden plaatsmajoor en brigademajoor. Zooveel staat vast, dat de sergeanten-majoor vroeger gerekend werden, tot wat men thans de hoofdofficieren noemt. Soldaat. Afgeleid van solidum of soldumeen Romeinsche munt.. Aan niet-leenplichtigen die zich bereid verklaarden een Heer vooi zekere huur, schat, solt, sout, soldij of soudij als krijgsman te dienen werd den naam gegeven van soudenieren, soudenaeren,. soldoyeren en later soldaten. Wachtmeester. Duitsche benaming voor sergeant. De opper wachtmeester, Oberstwachtmeister, opperste wachtmeester, gelijk men hem in de 17e eeuw in onze landen noemde, kwam in waar digheid overeen met den sergeant-majoor. Tamboer. De herkomst van dit woord is niet met zekerheid vastgesteld. Waarschijnlijk is het indirect afgeleid van het Per zisch „tambür". Opmerking verdient het, dat reeds in het mid den der 13e eeuw „trompen" en „tamburen" bij onze vaderland- sche krijgslieden bekend waren. En hiermede kunnen we het lijstje sluiten. Menig woord daar in vermeld doet zien, dat de taalzuivering de uiterste behoed zaamheid vereischt en het werk behoort te zijn van taalge leerden, opdat vaderlandsche woorden of uitheemsche die sedert eeuwen burgerrecht genieten niet worden vervangen door nieuw gevormde of vertaalde Duitsche woorden. d.K.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 622