71 In het daadwerkelijk gevecht, waar de doelen groote breed te-, doch geringe hoogteafmetingen vertoonen, schijnt het mij toe, dat, alles dooreen genomen, de karabijn wegens de sprei ding niet zóó in de minderheid is, dat zulks een ernstig beletsel tegen hare algemeene invoering zou vormen. Vergelijkt men de S50 met elkaar, dan verdwijnt dat ver. schil nog meer. Voor het bundelvuur wordt in Duitschland aangegeven, dat middelmatige schutters 3/4 hunner schoten bren gen in een diepte van resp. 14-5, 115 en 100 M. op ond. 800, 1000 en 1200 M.dat zou dus gelijkstaan aan een D. S50 van resp. 84, 67 en 58 M., terwijl voor onze karabijn wordt aange nomen een D. S50 van 90 M. Om deze getallen onderling te kunnen vergelijken moet men daarbij de trefferruimten in aanmerking nemen. Berekent men die voor beide wapens uit de invalshoeken, en voor een doelhoogte van 1.8, op resp. 800,1000 en 1200 M., dan krijgt men voor het D. G. 52—35—25 en voor de I. K60—39—27 De verhoudingen tusschen D. S50 en trefferruimte worden nu voor het D. G. resp. 0.62—0.52—0.43 voor de I. K. resp. 0.66—0.43—0.30. Ontegenzeggelijk is dus ook in dit opzicht onze karabijn in het nadeel, doch eerst op afstanden boven 800 M. Waar even wel eene vuuropening tot op afstanden van 1500 M. op belang rijke doelen mogelijk moet blijven, mag de uitwerking van-dat vuur niet merkbaar geringer uitvallen dan die van den modern bewapenden tegenstander. Zulke belangrijke verschillen in ver moedelijke uitwerking van het vuur op de middelbare en groote afstanden zouden te grooten invloed kunnen uitoefenen op het moreel der strijders, om ze over het hoofd te zien. Een nader onderzoek in deze brengt echter een feit op den voor grond, dat de aandacht moet trekken. Een D. Sao bij het D. G. van resp. 84 en 67 M. op resp. 800 en 1000 M. geeft een H. S50 van resp. 2.86 en 3.43 of resp. 1.39 en 1.15 maal de H. Sioo van het individueel vuur. Bij onze karabijn blijken die verhoudingsgetallen resp. 1.48 en 1.45, terwijl de karabijn op gunstiger H. S100 kan bogen dan het Duitsche geweer, namelijk resp. 182 en 283 c.M. tegen 206 en 298 c.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 85