83 verdedigde stelling voor een krachtig doorgevoerd offensief moest zwichten. Hier zoowel als vroeger maakten de Russen van veld- versterkingen een uitgebreid gebruik. Steeds moesten zij hunne stellingen ontruimen voor den met kracht, dikwijls in front op- dringenden aanvaller. Een geheel andere conclusie zal dus waar schijnlijk getrokken worden dan na den Transvaal-oorlog, waar weinig krachtig doorgezetteaanvallen zijn te noemen, en dien tengevolge aan verdedigende stellingen ten onrechte een groote waarde werd toegekend. Ook betwijfelen wij of de stellingen der Russen wel zoo dun bezet zullen zijn geweest als door som migen wordt aanbevolen, ongetwijfeld waren dan de Japanners veel eerder er in doorgedrongen. Na het intreden van een korten stilstand werden reeds den 17en September weder ontmoetingen gemeld, waaruit bleek, dat de Japanners ten O. van de spoorbaan van Pianjoessoesa inde richting van den Kautoeling-pas voortrukten. In een gevecht bij eerstgenoemde plaats werd de Russische cavalerie terugge drongen, pogingen der Japanners om den pas te vermeesteren werden echter later verhinderd. Ook langs de spoorbaan stuitten de Japanners den 17en bij Patiasa op Russische afdeelingen ter sterkte van 7 bataljons, 14 stukken en 12 eskadrons; na een hevig gevecht werden de Russen echter teruggedreven. (Wordt vervolgd.) J. M. Babetta.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 97