314 De ruiter moet zoo dicht mogelijk bij den rug van het paard zitten, ten einde het gevoel niet te benadeelen. Hetzelfde geldt voor de zweetbladen. Ook deze moeten vlak liggen en zoodanig zijn, dat de knie steeds vast kan blijven liggen en zich zoo dicht mogelijk bij het paardenlichaam bevindt. Ten einde het vast liggen der knieën te bevorderen, moet het zweetblad van voren een wrong hebben, die van zoodanige dikte is, dat de knie er niet gemakkelijk over heen schiet. Gaat de ruiter nu op het zadel zitten, daarbij vooral zorgende vóór in het zadel te zitten, ■en steekt hij de voeten nog niet in de beugels, dan valt het volgende op te merken. Het dijbeen hangt tamelijk ongedwongen in schuin voorwaartsche strekking omlaag. Het plat van het dijbeen ligt tegen het zweetblad, de voorkant van de knie rust licht tegen de wrong. De onderbeenen hangen natuurlijk af en kunnen zich vrij bewegen tot het aanbrengen van beenhulpen. De beugels hangen op 't oogenblik nog vrij naar beneden en •de onderkant van den beugel moet nu even onder den enkel van het vrij afhangende been komen; de beugelriem heeft dan de juiste lengte. De plaatsing der handen moet naar omstandigheden hooger of lager kunnen zijn; dit laatste vereischt een niet hoogen voor boom. Met een hoogen voorboom moeten bij lager vuiststelling de handen noodwendig hier vóór geplaatst worden, 't geen aan leiding geeft tot een gedwongen zit. De veiligheid van den ruiter eischt, dat zich geen hinder lijke oneffenheden aan het zadel bevinden, als bv. een hooge vóór- of dito achterboom. Bij een jong paard, dat zich meer malen heftig verzet, komt de ruiter van voren of van achte ren meermalen in onzachte aanraking met deze uitsteeksels. Het zitvlak moet voorts een voldoende lengte hebben, zoodat de ruiter niet gemakkelijk over den achterboom van het zadel kan afglijden. Het zadel moet vast liggen op het paard, de kamer moet het achterste gedeelte van de schoft als 't ware omvatten. Het zadel kan nu voldoende stevig bevestigd worden, door de singels op de daarvoor door de natuur aangewezen plaats aan te leggen. Het aanleggen van een singel achter den buik kan nu vermeden worden. Deze Indische wijze van zadelbevestiging lijkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 330