NIEUW BERGGESCHUT.
(Met Plaat XI.)
Van ons project: „Geschut te velde voor het Nederlandsch-
Indische Veldleger" werd inzage gegeven aan ter zake totoor-
deelen bevoegden, welke aanrieden het in handen te stellen van
een groote niet conservatieve firma, om door haar te doen
nagaan of het denkbeeld te verwezenlijken zoude zijn.
Om redenen van verschillenden aard wendden wij ons tot de
Skodawerke, Actiën-Gesellschaft in Pilsen.
Na een voorloopige correspondentie werd den 26en Augustus
jl. het voorstel aan die firma toegezonden. Bij schrijven van
den 21en September d.a. v. bekwamen wij ten antwoord, dat
de firma het project in studie had genomen, terwijl nog eenige
nadere toelichtingen verzocht werden. Tevens werd ons mede
gedeeld: „Auch wir haben vor zka. 1/2 Jahr ein ahnliches
Geschütz entworfen. Dieses kombinirtes Feld- und Gebirgsge-
schütz hat ein 110 K.G. schweres Rohr für eine Leistung von
45 M. T. Der auf das Rohr aufgeschobene Mantel dient nur
zur Vermehrung der rücklaufenden Massen, somit zur Vermin-
derung der Rückstossenergie, was die Stabilitat des Geschützes
giinstig beeinflusst."
Teekeningen en beschrijving van dat stuk waren bijgevoegd.
Op ons verzoek om dat project in het Indisch Militair Tijd
schrift te mogen publiceeren kregen wij ten antwoord, dat hier
tegen geen bezwaar bestond, doch dat hiermede eenigen tijd
gewacht behoorde te worden, daar de firma voornemens was op
de idéé waarop dit stuk gebaseerd was patent te nemen.
Dezer dagen nu ontvingen wij bij schrijven dd. 13 December
jl. het bericht: „Wir sind in der angenehmen Lage Ihnen mit-
teilen zu können, dass wir im Studium des von Ihnen vorge-
schlagenes Berggeschützes soweit sind, dass wir bereits eine
Dl. I, 1905. 26