710 ingeschoten werd en daarna pas voor de hoogte, ook al gebeurde- het grensschieten met Gr. K. Zoo zegt 34 van den Leidraad:: „Waarneming der S. H. is bijzaak"; eene later aangebrachte- wijziging verzwakt dit eenigszins. Het inschieten voor de breedte- komt wel wat in de verdrukking, daar de mogelijkheid bestaat dat het meer schoten eischt dan voor regeliDg van E. en S.H. noodig warenintusschen komt dan het commando om het vuur te verdeelen, wat dikwijls moeilijk zonder vergissingen enz. zal geschieden. Buitendien is het grensschieten niet zeer betrouwbaar. De generaal Rohne heeft daarop indertijd gewezen, naar aanleiding van studies van Percin en Magnon. Hoewel de juistheid van Rohne's berekeningen bestreden is, kan een leek op wiskunstig gebied ze toch vertrouwen, nu de kapitein van Loon langs ande ren weg tot dezelfde gevolgtrekkingen kwam. 1) Rohne dan nam aan, dat de middelbare L.S. 50 M. bedraagt (dus de L. S50 33.7 M.) en dat van de 100 schoten er 70 wel waargenomen worden en daarvan 7, dus 10 verkeerd; zoodoende zou de grens van. 200 M. ongeveer 29 van de 100 maal fout gevormd worden. Bij uitsluitend goede waarneming ligt bij het Oostenrijksche- veldgeschut slechts in 75 van de gevallen het doel in het trefferbeeld van de baan waarmee het voortgezet vuur aan gevangen wordt. 2) Bij onze schietoefeningen in de jaren 1899,. 1900 en 1901 mislukten ongeveer 30 van de vuren. Eene- dergelijke ondervinding in vredestijd geeft te denken. In Duitsch- land, Nederland enz. is men er toe overgegaan bij moeilijke waarneming het strooien toe te staan. Wanneer afwisselend op- de beide nauwe grenzen, die 100 M. verschillen, wordt gevuurd,, heeft volgens Rohne nog 20 van het aantal vuren geen vol doende uitwerking. In de derde plaats werd weieens ondervonden, dat de methode van inschieten voor de breedte en voor de hoogte niet erg ge lukkig is. 3) Wordt voor de lengte grensgeschoten, in de beide andere gevallen tracht men uit de waarneming in eens de grootte 1) „Te zware kost" I. M. T. 5/1903 blz. 523. 2) Volgens Schmidt in Mittb. 7/1904 S. 595. 3) Zie v. Loon „Beschouwingen over het vuur met volle projectielen". I. M. T. 8/1901 blz. 190 e.v.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 108