744
Het door den commandant der Noord-partij te nemen be
sluit is ook hier weder gegeven, nl.: „tot krachtige vervolging
over te gaan en mogelijk te bieden tegenstand des vijands te
breken."
Voor de samenstelling van het marschbevel rest dus nog slechts
de troepenindeeling te overwegen, benevens de bijzondere beve
len voor min of meer zelfstandig optredende afdeelingen. Eenige
moeilijkheid doet zich daarbij voor ten aanzien van de instructie,
te geven aan den commandant der vooruitgeschoven cavalerie.
De cavalerie is hier ls/4 eskadron sterk, zoodat het aange
wezen is, n/2 eskadron voor den verkenningsdienst vooruit te-
schuiven en 1 peloton voor de rechtstreeksche beveiliging te be
stemmen.
Wat is nu van den vijand bekend? In de eerste plaats, dat hij
geringer in getalsterkte is, en ten tweede, dat zijn moreel niet
zeer hoog kan zijn, ten gevolge van het aanhoudend terugtrek
ken. Er kan dus wat meer gewaagd worden dan anders, en
aan de vooruitgeschoven cavalerie kan eene ruime opdracht
worden gegeven.
Volgens betrouwbare berichten hebben vijandelijke troepen
den nacht van 5 op 6 Juli doorgebracht in de kampongs Ga
ding, Ngesal en Tanggoeng. In aanmerking genomen dat de-
natuurlijke terugtochtslijn van den vijand op Salatiga voert, kan
uit deze eigenaardige legering worden afgeleid, dat de vijand
hoogst waarschijnlijk voornemens is achter de Toentang stand
te houden. Of dit zijne geheele macht is, of slechts eene ach
terhoede, is niet na te gaan, doch wel leidt de vrij ruime lege-
Toelichtingen met het oog op den vredestoestand.
Te 84 u. Y.M. staat de troepenmacht, met uitzondering van-
de cavalerie, die reeds te 73/4 u. Y.M. bij Randoe Goenting
is opgesteld en hare instructie tijdig moet hebben ontvangen,
in verzamelvorm, N. van kampong Kemangkan gereed voor den
afmarsch.
Cavaleriepatrouilles mogen niet vóór 73/i u. Y.M. den hoogerge-
noemden N. rand Doplang—koffietuinen O. daarvan dichter dan
600 M. naderen. Op dat uur treedt de oorlogstoestand in.
Enz.