748
géén artillerie toe te voegen, wanneer zij niet sterker is dan één
bataljon. Het heeft hier mijns inziens geen bezwaar de sectie
veldartillerie bij de voorhoede in te deelen, daar er géén batterij
voor gebroken behoeft te worden, terwijl het zeer wel mogelijk is,
dat deze sectie toch niet met de beide bergbatterijen in één
stelling zal kunuen optreden, omdat zij met het oog op hare
beweegbaarheid meer aan de nabijheid van den grooten weg
gebonden is. Daarbij kan het hier, waar het eene vervolging
geldt en dus op den voorgrond staat den vijand waar hij mocht
standhouden terstond krachtig aan te grijpen, voordeelig zijn
dat de voorhoede over artillerie beschikt.
Men ziet hier al weder hoe moeilijk het is regels te geven
die voor alle omstandigheden doorgaan. Ware het mogelijk de
tactiek in vaste regels te gieten, de studie daarvan zou al buiten
gewoon gemakkelijk en de toepassing daarvan geen kunst zijn.
Een gegeven regel vatte men in 't algemeen op als een middel
om de gedachten te bepalen; waar er dus reden voor bestaat,
daar wijke men er frischweg van af.
Betreffende de marschorde van de hoofdmacht zal het wellicht
de aandacht trekken, dat deze niet afdaalt tot de volgorde dei-
bataljons. Deze te regelen behoort tot de bevoegdheid van de
brigadecommandanten, bijzondere omstandigheden natuurlijk uit
gesloten. Zoo kan het zijn, dat de algemeene bevelhebber be
paalde bataljons voor de reserve wenscht te bestemmen en dus
achteraan in de marschcolonne wil indeelen. Waar het hier
slechts enkele bataljons geldt, zou er overigens geen bezwaar
tegen bestaan de volgorde daarvan de brigadecommandanten
gehoord in het marschbevel aan te geven.
Tegen 11 u. V.M. is de voortroep de Toentang-rivier genaderd,
en begint de voorhoede op te marcheeren om op den linkeroever
eene stelling in te nemen. De brug is afgebroken, en van de
overzijde wordt nu en dan een enkel schot gelost, wanneer eene
patrouille den oever te dicht nadert. De vijand houdt zich goed
gedekt, zoodat het onmogelijk is zijne sterkte te schatten.
De alg. bevelhebber heeft van de cavalerie nog slechts het
bericht ontvangen, dat enkele vijandelijke ruiterpatrouilles naai
den linkeroever teruggedreven zijn, waarna de vijand het brug
dek in brand stak.