752 staan, opdat den vijand geen tijd overblijft zijne fout te her stellen. De voorhoede heeft reeds het vuur geopend, zelfs met eene sectie artillerie. Wordt hier het gevecht nu langzamerhand af gebroken, terwijl na eenigen tijd bij Prenggan met kracht wordt opgetreden, waarvoor hier ook artillerie noodig zal zijn, dan is het zeer goed mogelijk, dat de vijand het optreden in de nabij heid van den grooten weg slechts voor eene schijnvertooning houdt. In verband met deze overweging zou nu het volgende bevel uitgevaardigd kunnen worden. Hoofdkwartier Watoe Mangkelan, 6—7—' 04, N. M. No. Gevechtsbevel. 1. Vijand bewaakt rechter Toentang-oever van rawa Pening tot G. Kebon Samas. Onze cav. meldt, dat zich bij desa Prenggan een gunstig punt bevindt om de rivier te overbruggen (breedte slechts 6 a 8 M.). 2. Een det. (cdtbestaande uit de 2e brigade 15e Bat.), de 2e Bergbatt. en lgeneesk. sectie, marcheert terstond naar desa Prenggan en zal aldaar den rivierover gang bewerkstelligen 1). Het op den linker Toentang- oever verkennende eskadron wordt aan dit det. toegevoegd. 3. De le brigade zal aan weerszijden van den grooten postweg eene zoodanige stelling innemen, dat een zooveel mogelijk concentrisch vuur kan worden afgegeven op den rechter Toentang-oever van halte Toentang tot grooten postweg. De le Bergbatterij komt in stelling 100 M. ten Z. van ng van Watoe Mangkelan. De sectie veldart. blijft in stelling in O. rand desa Soemoeroep. De troepen onder 3 genoemd houden zich volkomen gedekt; tot teeken dat het vuur geopend kan worden, zal door de bergbatterij op mijn bevel een salvo worden afgegeven, waarna de rechteroever zoo krachtig mogelijk 1) Een bepaalde scbijnaanval is 't hier dus niet; de aanval dient doorgezet te worden, -want daardoor bestaat de meeste kans, dat de vijand troepen ter versterking zendt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 148