762 Aan de officieren der expeditionnaire troepenmacht worden natuurlijk hoogstens eenvoudige spionnenkaartjes uitgereikt, ter wijl daarentegen aan de troepen die den inlandschen vijand voorstellen de beschikking over goede kaarten wordt gegeven. Op die wijze wordt een toestand geschapen, zooals die als regel ook bij onze expedities bestaat, dat nl. de vijand, bekend zijnde met het terrein, daarvan op handige wijze gebruik weet te ma ken, terwijl wij vooral in den aanvang overal in den blinde tasten. Het nut van terreinverkenning zal daarbij aanschou welijk worden. Bij oefeningen wordt door verkennende afdee- lingen meermalen nagelaten betreffende het terrein te berichten, omdat men weet dat de gesteldheid daarvan nu toch eenmaal bekend is, hetzij door de beschikbare kaarten, dan wel doordat men meermalen in hetzelfde terrein heeft geageerd. Is nu de Leider een ervaringrijk officier, goed doorkneed in onze krijgsgeschiedenis, dan zou eene meerdaagsche oefening als hier bedoeld in hooge mate belangwekkend en leerzaam kun nen zijn. R. ten Seldam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 158