768
Aan een werkelijk goed instructeurspersoneel moeten behoor
lijke en deugdelijke eischen gesteld worden, waaraan ten alle
tijde streng de hand moet worden gehouden. In het Indische
Voorschrift wordt bij die eischen te weinig nadruk gelegd op
het „goed kunnen onderwijzen" en daarom vind ik ze beter ge
formuleerd in het Nederlandsche Voorschrift van 1903. Duide
lijkheidshalve stel ik beide omschrijvingen hieronder naast elkaar:
Stelt men nu het meester of prevöt zijn voor het kader min
of meer verplichtend, hetgeen gepaard kan gaan met eenige voor
rechten, dan moet hiervan het gevolg zijn veel eigen oefening.
De regeling van het militair schermonderwijs is niet van dien
aard, dat zij iemand alleen in de diensturen de vereischte be
kwaamheden voor prevöt of meester kan gevendit is trouwens
ook vrijwel ondoenlijk. Men moet daarom wel zijn toevlucht
nemen .tot veel eigen oefening, wat dan, met het oog op de daar
bij benoodigde instructeurs, noodzakelijk moet leiden tot eigen
oefening in vereenigingen. Deze vinden in de groote garnizoenen
in gesloten gymnastiekzalen met verbeterde inrichting alles wat-
zij kunnen verlangenin de kleinere garnizoenen zal men zich
Indisch Voorschrift Ned. Voorschrift voor sabel 1903.
Om tot prevöt of hulponderwijzer Om tot prevót of hulponderwijzer
te worden bevorderd, moet men de te kunnen worden bevorderd, moet
velschillende afdeelingen, behalve men de verschillende afdeelingen,
het partijschermen, kunnen onder- behalve het partijschermen, goed
wijzen, en in het laatste eenige be- hunnen onderivijzen om meester of
drevenheid bezitten; om meester of hoofdonderwijzer te worden, moet
hoofdonderwijzer te worden, moet men een vrij goed partijschermer zijn
men gedurende minstens een half en tevens veel tact bezitten om an-
jaar, zoo dikwijls de dienst dit toe- deren op te leiden,
laat 1), den hoofdonderwijzer met
zeer veel lust en ijver als hulp
onderwijzer, ook bij het vrijwillig
schermon derricht, hebben ter zijde
gestaan en daarbij hebben doen
blijken een vrijgoed partijschermer
te zijn en tevens van veel tact
om anderen daarin op te leiden.
1) En wat, als de dienst zulks n'et of slechts zelden toelaat?