771
den zij ongestoord rondvliegen om zich met de omstreken van
het oord bekend te maken. Langzamerhand had hij ze verder
van zijne woonplaats doen uitvliegen en eindelijk medegenomen
tot Basra.
Ook Russel vermeldt in zijne „Natuurlijke Geschiedenis van
Aleppo" hoe de Engelsche factorij aldaar gebruik maakte van
postduiven om de aankomst van schepen in de baai van Skan-
deroom te melden.
In Griekenland werd o.a. de uitslag der olympische spelen
door postduiven aan de verschillende plaatsjes bekend gemaakt.
Ook het Romeinsche leger maakte er gebruik van, waardoor o.a.
Cesar in staat werd gesteld vroegtijdig den opstand der Galliërs
te vernemen en bijtijds de Alpen over te trekken.
Naar Europa schijnen de eerste postduiven door kruisvaarders
gebracht te zijn; waarschijnlijk hebben ook Hollandsche schip
pers hen derwaarts medegenomen. Van deze duiven werd al
spoedig voor militaire doeleinden gebruik gemaakt, later werden
ze ook ten dienste van den handel gebezigd.
Zoo kan men nog in het raadhuis te Leiden de opgezette dui
ven vinden, die de bezetting in 1574 de komst van den Prins
van Oranje meldden en haar den tegenstand tot het uiterste
deed volhouden. Ook Haarlem kreeg op deze wijze in 1573 ken
nis van de in aantocht zijnde hulp.
De voorbeelden van het gebruik van postduiven in den oorlog
van 1870—71 zijn te talrijk om ze hier uitvoerig te vermelden.
Ook het wereldbekende bureau van Reuter had indertijd eene
duivenpost Brussel Aken, in aansluiting met de optische tele
graaf Aken Berlijn.
Zooals reeds werd opgemerkt, treedt vooral na den oorlog 1870—
71 het gebruik voor militaire doeleinden meer en meer op den voor
grond. Alle schrijvers over dit onderwerp zijn het met elkander,
eens, dat de postduif daarvoor eene goede africhting noodig heeft.
Natuurlijk geldt als hoofdvereischte, dat zij veel liefde bezit
voor de geboorteplaats, voorts een scherp oog en geheugen en
verder ook, dat zij snel en hoog vliegt en een groot uithou
dingsvermogen heeft. De soorten die in de practijk het best
aan deze eischen voldoen zijn de Antwerper (groote Belgische
Dl. II 1905. =o
