777 einde een kop en aan het andere einde een 3 c.M. langen schroef draad met moer heeft. Deze pin wordt door het ingeboorde gat van den eenen zijwand ingeschoven, de staafjes en de schijfjes er afwisselend op gestoken, vervolgens door den anderen wand en met de moer aangeschroefd. Het valhek is nu klaar, de verschillende staafjes, die 1 c.M. van den vloer verwijderd zijn, kunnen slingeren en de duiven aldus in-en uitvliegen. Het gebruik van ijzeren staafjes is niet aan te bevelen, omdat bij het binnenkomen eener duif de heen en weer slingerende staafjes eene volgende duif allicht zouden be schadigen. Om de duiven aan het valhek te gewennen, spant men dwars door den uitvlieg door twee gaatjes een koord, waarmede de staafjes van het valhek opgehouden kunnen worden. Den eersten dag laat men één staafje naar beneden hangen, den twee den dag een tweede, enz. tot ten slotte het valhek heelemaal naar beneden hangt. Om nu in het gegeven geval het uitvlie gen der dieren te verhinderen en toch het invliegen van terug te verwachten duiven mogelijk te maken, wordt vóór het valhek, aan den bodem van den uitvlieg eene 36 c.M. lange lat gescho ven, die in hare ligging door twee aan de buitenwanden van den uitvlieg aangebrachte knippen bevestigd wordt. Is deze lat ingeschoven, dan kunnen de duiven ongehinderd binnenkomen, daar de staafjes van het valhek naar binnen opgeheven kunnen worden; het uitvliegen daarentegen wordt door de voorgescho- ven lat belet. Als er gevaar bestaat, dat 's nachts katten of bunsings in het slag komen, sluit men dit met een schuif, welke binnenin aangebracht en door een katrol en een koordje verbonden is met de wachterswoning beneden. Deze uitvlieg komt, zooals reeds gezegd is, in de opvangkast uit. Deze is evenals de uitvlieg 30 c.M. hoog en 1 M. lang, zoodat ze dwars over gang A. met de beide einden in de twee aangrenzende afdeelingen reikt. De vloer en de achterwand zijn uit planken gemaakt, terwijl de boven- en voorzijde uit latten bestaan van dezelfde afmetingen als die der nesthokjes. x\an het rechter- en linkeruiteinde van de vangkast, evenals aan den achterwand tegenover den uitvlieg, zijn deurtjes met scharnieren aangebracht, die door knippen kunnen gesloten worden. Voor deze deurtjes bevinden zich zitplanken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 173