779
eene hoogte van 7 c.M. Onder de vangkast is de beste plaats
voor dezen bak. Het verdient echter de voorkeur, hiertoe buiten
het slag een ruimeren bak op te stellen.
Voor de zindelijkheid zorge men door het veelvuldig verwij
deren van mest en ongedierte en bestrooie inen op boven aan
gegeven wijze den vloer.
En nu de dressuur, die met veel geduld moet beoefend worden-
Men onderscheidt hierbij:
le de vlucht in ééne richting;
2e de vlucht van uit verschillende richtingen (cav-. inf-. en
wielrijderspatrouilles, schepen en ballons);
3e de vlucht heen en terug.
De duiven moeten natuurlijk uitstekend gewend zijn aan hun
slag en veel lust gevoelen er terug te keeren.
Bij oude duiven gelukt dit meestal wanneer zij het eerste ei
gelegd hebben, terwijl de in het slag geboren jonge duiven uit
den aard der zaak gaarne terugkeeren.
De heer Munant te Soerabaja berichtte mij echter, dat het hem
niet gelukt was oude duiven, uit België geïmporteerd, aan het
slag te wennen, zoodat deze verloren gingen.
Wanneer de duiven jongen hebben, mag men ze niet te ver
van het slag verwijderen, aangezien het voedsel voor de jongen
zich dan in de krop verhardt.
Na vier a vijf maanden, wanneer de ruitijd achter den rug is,
kan men met de training der jonge duiven beginnen. Men gaat
hierbij nauwkeurig volgens een vliegprogram te werk.
De duiven worden eerst op een afstand van 1 K.M. van
het slag verwijderd opgelaten, daarna op afstanden van 2, 4,
8, 16 en 32 K.M. enz., steeds het dubbele van de vorige afstan
den. De ondervinding heeft geleerd, dat men goed doet, duiven
die in het voorjaar zijn geboren niet boven de 50 a 60 K.M. te
laten vliegen; zijn ze één iaar oud tot 150 a 160 K.M. en twee
jaar tot 300 K.M. Eerst later kan men dan tot grootere afstan
den gaan.
Yoor militaire doeleinden rekent men in't algemeen 100 a 300
K.M., om zekerheid te hebben dat geen berichten verloren
gaan. Dit sluit echter niet uit, dat er duiven zijn die den af
stand Rome Keulen hebben afgelegd, dat is 1300 K.M. Het
