780
beste is evenwel posten aan te leggen over afstanden van 100
K.M., waardoor de volgende voordeelen verkregen worden.
Ie. Heeft men groote zekerheid bij alle weersgesteldheden
en minder kans dat de duif door roofvogels wordt gegrepen,
daar eene duif die niet vermoeid is de roofdieren gemakkelijk
kan ontvluchten.
2e. De snelheid in het verkeer wordt slechts weinig belem
merd, aangezien men voor het afnemen van een bericht en het
bevestigen aan eene andere duif slechts 15 minuten noodig heeft.
Rekent men nu voor de snelheid 70 K.M. in het uur, eene
afstand die wel stijgt tot 100 K.M., dan kan men dus met post-
duivenstations een bericht per dag een afstand van 700 K.M.
en meer doen doorloopen.
3e. Kunnen alle duiven die één jaar oud zijn gebruikt worden.
4e. Kan men de duiven die groote afstanden kunnen door
vliegen toch bezigen, waar gewichtige berichten door meer dan
ééne duif moeten vervoerd worden. De eene duif laat men dan
lijnrecht vliegen, de andere over de tusschenstations.
5e. Krijgt elk station meer duiven.
De dressuur van het eene vaste punt naar het andere is het
eenvoudigst, aangezien de duif dan gewend is steeds in dezelfde
richting te vliegen.
Eene duif bv. die gewend is N.—Z. te vliegen, zal in omgekeer
de richting moeilijker haar weg vinden, tenminste over afstan
den van meer dan 30 K.M.
Yooral bij de tweede methode zorge men er voor, de transport-
korven te openen in de richting waarin de duif moet vertrekken.
De vlucht heen en terug is het moeilijkst te leeren, daar men
dan de duiven, 't liefst wanneer ze jongen hebben, moet gewen
nen hun voedsel van eene verwijderde plaats te halen; de af
stand kan dan dus niet zoo groot zijn.
Heeft men nu een aantal duiven die eenige malen een groo-
ten afstand met succes hebben doorloopen, dan moet men ze on
derwerpen aan de volgende proef, aldus een wissel op hunne
liefde voor het slag en hun geheugen trekkende, opdat men ook in
tijd van nood op hen zal mogen rekenen. Men zendt ze dan voor
een tijd naar buiten, bv. gedurende een week of zes op een