785 Zuurgetal R. M. getal Zuurgetal R. M. getal I 22.8 30.8 XII 9° 31.5 II 20° 29.9 XIII 8.8° 30.8 III 19.4° 29.7 XIV 7.8° 28.9 IV 17.6° 30.4 XV 7.2° 26.4 V 12 24.4 XVI 7° 25.5 VI 10.6° 31 XVII 6° 27.6 VII 10.4° 29.9 XVIII 5.5° 25.1 VIII 10.4° 27.8 XIX 5.4° 28.2 IX 9.8o 27.8 XX 4.2° 27.4 X 9.6° 28.1 XXI (I) 3.6° 25.6 XI 9.2° 27.6 XXII (I) 1.2° 25.7 Van de hier genoteerde 22 monsters natuurboter zouden nummers I—XIII volgens Europeesche eischen moeten worden ge rangschikt onder de rubriek slechtede nummers XIV—XXII tot de goede botersoorten. XXI en XXII zijn monsters van in Indië gemaakte boter, en wijzen een zeer laag zuurgetal aan. Blijkens de gevonden R. M. getallen is voor No. V slechts 24.4 gevonden. Daar bij natuurboter de getallen voor vluchtige vet zuren onder sommige omstandigheden, naar gelang van jaar getijde en voeding, zelfs tot 22 kunnen gaan, zoo behoeft het monster V volstrekt nog niet met een ander vet te zijn ver mengd. Verder kreeg ik nog in handen de ondervolgende monsters. welke uit kunstboter, resp. margarine, bleken te bestaan Zuurgetal R.M. getal Zuurgetal R.M. getal XXIII 24.2° 12.6 XXVII 10.4° 12.2 XXIV 12.2" 7.7 XXVIII 10.2° 1.2 XXV 11.2° 7.4 XXIX 9.8° 1.1 XXVI 11.4° 2.9 XXX 8.7° 12.5 Alle gevonden zuurgetallen van de laatste rubriek geven cijfers aan boven 8°. Bovenstaande analyses zijn verricht in den loop der jaren 1894 en 1895. Van verlof uit Europa teruggekeerd, vond ik de bovenstaande cijfers weer in mijn aanteekeningen terug en begon ik mij we der te interesseeren voor de boterkwestie. Het was mij nl.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 181