787 zuurgetal. Boter gemerkt I 1904. R. M. getal. Boter gemerkt I 1904. 30.6 I 34.3 II 26.6 III 28.5 Boter gemerkt II 1904. Boter gemerkt II 1904. 30.7 I 18.3 II 14.3 III 15.7 Boter gemerkt 7 1904. Boter gemerkt 7 1904. 30.4 I 8.1 II 6.3 III 5.5 Men ziet uit de gevonden getallen, dat de boter van de laat ste bezending (7 1904) op het punt staat de uiterste grenzen voor een goede boter te overschrijden en blijkt hieruit, dat goede boter niet langer dan één jaar in de tropen kan opgeschuurd blijven. Een langer duur van opschuring doet de boter rans wor den en ongeschikt, of zoo men wil, minder geschikt voor het gebruik. Bestaat er nu een middel om het rans worden van de boter tegen te gaan, zoodat zij het langen tijd zonder bederf kan uit houden? Op deze vraag kan bevestigend geantwoord worden. Men heeft door proeven namelijk uitgemaakt, dat boter, geëmulgeerd met een reinkultuur van Torula in melk, spoedig rans werd. "Verhitte men de melk van te voren boven 80°, zoodat zij steriel werd en het Torula-enzym onwerkzaam, dan bleef de hiermee geëmul geerde boter goed. Hieruit blijkt, dat door steriliseering de boter onveranderd blijven kan. De afscheiding van de boter in twee lagen, die bij verhitting zou plaats hebben, zoude te voorkomen zijn door mechanische roering. Trouwens of de boter zelf dan wel de melk waaruit de boter gemaakt wordt gesteriliseerd dient te worden, opdat de consi stentie van de boter hieronder niet lijde, blijft een vraagstuk voor den fabrikant. Wil het gouvernement voor de legerverzorging zich van goede Dl. IT, 1905. 54

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 183