790
meerendeel der officieren was niet naar eisch bereden. De ge
volgen van dien toestand uitten zich in eene verminderde belang
stelling in de paardensport; voorwaar een verschijnsel, dat, vooral
bij een korps cavalerieofficieren, tot het nemen van ingrijpende
maatregelen noodzaakt. Toen de officieren dan ook in de gelegen
heid werden gesteld zich met Australische ponies te remonteeren,
kwam in dezen toestand al dadelijk de gewenschte verandering.
We bezitten thans weder een in alle opzichten deugdzaam paard.
Hindernissen, die vroeger slechts door enkele zeer lichte rui
ters (60—65 K.G-.) met een buitengewoon goed paard genomen
konden worden, springt thans ieder officier met gemak. ATooral
de officieren met een gewicht boven de 65 K.G. hebben belang
rijk gewonnen, want voor hen was het enkele jaren geleden een
zoeken in den treure om een maar eenigszins geschikt paard te
vinden. De afstandsritten en jachtritten te Salatiga leveren het
overtuigend bewijs van de goede eigenschappen der Australische
ponies.
Om de goede eigenschappen uit die paarden te halen—en hierin
zit juist het verschil met de Sandelhouts, want deze laatste gin
gen onder een licht ruiter die eer passief dan actief reed van
zelf—moeten zij gereden worden, d.w.z. een goede africhting moet
het mogelijk maken, dat de paarden gehoorzamen aan de rij-
kunstige hulpen.
Officieren van niet bereden wapens zullen goed doen geen
onafgerichte of halfafgerichte Australische ponies te koopen
en die te rijden, daarbij rekenende op de gewilligheid en het
over het algemeen goedige temperament van deze paarden
bij het minste verzet dat zij niet bij machte zijn door doel
treffende, krachtige hulpen te keeren, verandert het goedige
dier in een steegsch, onwillig paard met kuren. Verschillende
in het eskadron goedgaande paarden die werden afgestaan aan
officieren niet tot het wapen behoorende werden na korter of
langer tijd teruggegeven wegens allerlei vermeende slechte eigen
schappen, waarvan evenwel bij het eskadron niets bleek. De
ware toedracht was dan ook dat de schuld lag bij de ruiters,
die, niet gewend om actief te rijden, zich lieten rijden, het
geen wel bij de Sandelhouts ging, maar bij de ponies verkeerd
uitloopt.