795
allicht zou denken, dat zoo'n zadel niet past op een paard van
1.401.48 M. Hetgeen door mij gedaan wordt om drukkingen
zooveel mogelijk te voorkomen, zal hieronder vermeld worden
onder het hoofd: „Behandeling."
Na deze opsomming van goede eigenschappen komt thans eene
bespreking van de minder goede aan de beurt.
Om weer met de meest in het oogvallende te beginnen, niet
zoozeer omdat die eigenschap veel voorkomt, als wel omdat ze
bij de Sandelhouts geheel onbekend was, noem ik het kleven.
Indien men de klevers veel alleen laat rijden, waartoe in een
eskadron wel altijd gelegenheid bestaat, vermindert die slechte
eigenschap gewoonlijk vrij spoedig; enkele paarden zijn echter
op dit punt onverbeterlijk. Een stevige karwats geeft soms
verrassende resultaten en helpt doorgaans beter dan sporen.
Met het kleven gaat meermalen steigeren gepaard, hetgeen
gevaarlijk wordt als de ruiter nog niet de handigheid heeft de
teugels geheel los te laten en het paard om den hals te grijpen.
Bokken komt ook nog al eens voor, doch vele inlandsche ca
valeristen blijken op zoo'n bokkend paard goed thuis te zijn.
Ik dacht eerst dat die eigenschap gaandeweg vanzelf zou ver
minderen, doch een 5-tal paarden moet ik geregeld vóór het uit
rukken laten bestijgeneenmaal uitgerukt, heeft men er geen
last meer van. Klappen in de ijzers komt vooral in het begin veel
voor. Eensdeels draagt de ruiter hiervan de schuld, omdat hij
het paard niet genoeg aandrijft, maar anderdeels moet dit ook
toegeschreven worden aan den slechten bouw van sommige ponies.
Het hiervoren beschreven slechte type klapt altijd in de ijzers,
zonder dat daaraan iets te doen is.
Slechte voeten en als gevolg daarvan groote moeilijkheden bij
het beslag komen veel te veel voor. M.i. dient de commissie van
keuring daaraan meer haar aandacht te wijden dan tot dusverre
geschied is. Meer uitgebreid zal deze slechte eigenschap der
ponies bij het beslag behandeld worden.
Een paard met slechte voeten is beslist een slecht troepen
paard, omdat het door die eigenschap dikwijls geruitnen tijd aan
den dienst onttrokken zal worden. Een Engelsch paardenkooper
zeide eens: „koop nooit een Australische pony met slechte voe
ten, want dan koopt ge zeker een slecht paardandere slechte
