823 „vecht is opgeleid „wird die Form frei zu beherrschen wissen." „Onze infanterie moet, zooals onlangs van bevoegde zijde werd „betoogd, kunnen improviseer en, d. w. z. zij moet in staat zijn „normale Formationen anstandslos aufzugeben, wo die Wechsel- .falie des Gefechts dies verlangen", en zelfs onder het vijande lijk vuur geschikte vormen kunnen bedenken." Dergelijke infanterie zal in de toekomst ook over open terrein met succes kunnen aanvallen, daarop moet zij vast vertrouwen, hoe groot ook de moeilijkheden door de hedendaagsche wapen uitwerking voor den aanvaller worden. Het zou er slecht uit zien wanneer dat vertrouwen verminderd werd door een over schatting van de verschijnselen in den Boerenoorlog. De navolgende werken en artikelen, betreffende ervaringen op verschillend gebied opgedaan in den Z. Afrikaanschen oorlog of daarop betrekking hebbend, kan ik slechts zeer kort bespreken; naar enkele ben ik verplicht te verwijzen. In de door den dood van den schrijver niet voltooide „Conclu sions", voorkomende aan het slot van „La guerre Sud-Africaine" van den kapitein der artillerie Gilbert, zegt deze o. m. 1): le bij een gelijk aantal getroffenen worden door het Mauser- geweerprojectiel van 7.7 m.M. meer menschen gedood dan door het Chassepot-of Grasgeweerprojectiel; 2e het sterftecijfer ten gevolge van verwondingen bedraagt de helft van dat van 1870; 3e het totale sterftecijfer in den Z.-Afrikaanschen oorlog is 10 beneden dat van de Duitschers in den veldtocht naar Frankrijk gebleven 4e het Mausergeweerprojectiel verzekert aan lichtgewonden een spoediger terugkeer in de gelederen. In „Het paard in den oorlog 2)" „The Badminton Magazine of sports" wordt gezegd dat in geen veldtocht het verbruik aan paarden zoo groot was als in den Z.-Afrikaanschen. Om een denkbeeld te geven van het groote gewicht van het vraagstuk 1) Zie ook (le studiën van den luit. kol. Froeard in de „Revue du Cercle militaire" van 1900 No. 43, 44 en 45. 2) M. W. No. 19 van 1902.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 219