- 824
■der remonte volgen hier eenige statistische opgaven van het En-
gelsche remonte-departement. Tot den 31en October 1901 be-
dioeg de totaalprijs van de sedert het begin van den oorlog
aangekochte paarden 300.000 stuks 12.700.000 pond sterling.
Yan af het uitbreken van den oorlog tot einde Juni 1901 werden
in Tiansvaal, Oranje Vrijstaat en Kaapkolonie aangeschaft:
12700 artiÈeriepaarden voor gemiddeld 1000 Mark per stuk
52000 cavaleriepaarden 680
140000 cobs en ponies 340
In Natal alleen werden gedurende dien tijd in het geheel 64200
paarden aangekocht, voor den gemiddelden prijs van 660 Mark.
Yan den len Juli tot den 31en October 1901 zijn maandelijks
8000 paarden ingevoerd, voor den gemiddelden prijs van 660
Mark en 320 Mark overtochtskosten per paard. Hoe ongeloo-
felijk deze getallen ook klinken, ze zijn absoluut autthentiek. Zelfs
al ware immer een voldoend aantal paarden voorhanden ge
weest, dan nog zou het verbruik ongewoon groot geweest
zijn, waarvan de oorzaak ook gezocht moet worden in de hoe
danigheid der ingevoerde dieren. Een dusdanige verzameling
slechte paarden heeft men zeker nog nergens ter wereld aange
troffen. Er waren natuurlijk ook goede paarden bij, doch 75
waren minderwaardig en zelfs zéér slecht.
De Engelsche remonteeringscommissie, die voor de benoodigde
paaiden in vredestijd zorgt, bestond uit kundige vakmannen
echtei schijnt men vóór het uitbreken van den oorlog er niet
aan gedacht te hebben dat de behoefte aan paarden 100ja
500 maal grooter zou worden. Toen men hiervan overtuigd was,
boden velen hun diensten aan om buitenslands de noodige paar
den aan te koopen, en aan deze personen is het te danken, dat er
nog geschikte paarden te velde kwamen. Overigens belastte het
gouvernement, uit verkeerd begrepen zuinigheid, officieren met
den aankoop, die, daar het meerendeel der bereden officieren reeds
te velde was, niet geheel op de hoogte van hun taak waren.
Zoo wordt verteld dat in het Hongaarsche parlement ter sprake
werd gebracht het nadeel dat ontstaan zou door het uitvoeren
van het groot aantal paarden, waarop echter geantwoord werd,
dat het integendeel een groot voordeel geacht moest worden, daar
oodoende bijna alle slechte paarden waren opgeruimd.
77 77 J) 57 7)