831
gewijze, in compagniesfrontcolonne met volle afstanden en in
holle carré's uit de linieformatie op de beide middelste compag
nieën, door terugzwenken der uiterste compagnieën.
Het gevecht.
Daar gevechten onder steeds wisselende verhoudingen en om
standigheden gevoerd worden, kunnen slechts grondbeginselen
en algemeene regels worden gegeven.
Bij de opleiding van den troep moeten de aanvoerders er aan
denken, dat bij de tegenwoordige toestanden hun invloed slechts
zeer beperkt kan zijn, welk nadeel alleen veronzijdigd kan
worden door de zelfstandigheid der ondergeschikten te ont
wikkelen.
Iedere aanvoerder is verplicht zoodanige maatregelen te treffen,
dat zijn troep niet verrast kan worden. Immer moeten maatre
gelen worden getroffen voor den verkenningsdienst en tot het
■snel overbrengen van berichten.
Vuuruitwerking
Terwijl vroeger de grenzen van de korte en middelbare afstan
den wat betreft de infanterievuuruitwerking respectievelijk 460
en 730 M. bedroegen, kent men nu
voor: infanterie, veldartillerie, zware artillerie,
beslissende p tot 540 M. tot 1800 M. tot 2250 M.
werkzame 1260540 31501800,, 300022-50,,
groote 1800-1260,, 4050—3150,, 5400-3000,,
verre g 2700—1800,, 5400-4050,, 9000—5400,,
De werkingssfeer van een G.K. wordt op 22 M. in de breedte
en 270 M. in de diepte aangegeven; de afstanden tusschen de
verschillende liniën moeten deze dieptespreiding overtreffen. Een
met brisante springstof gevuld projectiel heeft tot op 22 M. ron
dom het springpunt uitwerking.
Hieruit trekt het Reglement de volgende conclusiën:
le op de verre afstanden beweegt de infanterie zich doelma
tig in liniën van kleine colonnes
2e op de groote afstanden bieden linieformatiën een uitstekend
doel, doch leiden geringer verliezen dan colonnes;
3e op de werkzame afstanden moeten de voorwaartsgaande