834 Zoolang mogelijk blijft men in den gewonen pas. Door vuur beheerschte terreinen worden overgestoken in den looppas, van dekking tot dekking; is de afstand te groot dan worden rust pauzen gehouden. Ook kan het nuttig zijn de manschappen al leen of met tweeën met sprongen voorwaarts te laten gaan. Sprongen over open terrein mogen hoogstens 70—90 Mi be dragen; op de beslissende afstanden slechts zoo groot, dat de vijand geen gericht vuur op de in beweging zijnde afdeelingen kan afgeven. Biedt het terrein dekking, dan worden ze van dekking tot dekking genomen. Op open terrein, binnen de werkzame vuurafstanden, lijden lange, gelijktijdig voorwaartsgaande tirailleurliniën zelfs bij korte sprongen zware verliezen. Hoe korter de afstand tot den vijand, des te kleiner moeten de voorwaartsgaande afdeelingen en des te korter de sprongen zijn. De aanvoerder geeft gedekt zijn bevelen, springt het eerst op en wijst den weg; eerst wanneer hij zich neerwerpt doen zijn manschappen het ook en openen het vuur. Afioeer van cavalerie. Indien noodig, sluiten de schutters aaneen; cle bajonetten worden opgezet. De cavalerie heeft kans op succes bij den aan val op infanterie, wanneer deze geen patronen meer heeft, dan wel bij den terugtocht, wanneer stof, nevel, zware regen e.d. de nadering vergemakkelijken. Afstanden. Deze houden verband met het terrein en de vijandelijke vuur- uitwerking. Verkenners gaan ongeveer 800 M. de vuurlinie voor af en begeleiden de troepen op denzelfden afstand op de flanken. In bedekt terrein kan het noodig zijn, tot het instandhouden der verbinding en om het overbrengen van berichten van de verkenners (door seinvlaggen) mogelijk te maken, tusschenper- sonen te gebruiken. In bedekt terrein en tegenover een slecht bewapenden tegen stander bedragen de afstanden in de diepte tusschen de afdee lingen 180 M., in open terrein worden die afstanden grooter, zelfs meer dan 270 M. genomen, opdat niet twee elkaar volgende afdeelingen door één G.K. getroffen kunnen worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 230