EEMGE BESCHOUWINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET
ARTIKEL „GESCHUT TE VELDE VOOR HET N. I.
VELDLEGER" VAN A. J. GOOSZEN.
De Heer Gooszen stelt in het I. M. T. 1904 No. 12 en 1905
No. 1 een bergkanon voor den oorlog tegen den B. V. voor,
dat een aanmerkelijk grooter ballistisch vermogen bezit dan de
Krupp'sche vuurmond die thans in beproeving is, terwijl voor
het vervoer het voorgestelde stuk slechts één muildier meer
eischt, daarentegen de last van elk muildier verlicht wordt. Dit
laatste is zeker toe te juichen. Bij het oude 7 c.M. K. A. materieel
dragen het le en 2e muildier respectievelijk 162 en 150 K.G.;
bij het le muildier is de last beslist te zwaar, bij het 2e is de
last relatief, d.w.z. de ongunstige ligging in aanmerking genomen,
te groot. Menigvuldige drukkingen zijn daarvan het gevolg.
Bij het proefkanon met vuurmondterugloop wegen de zwaarste
lasten nog 140 K.G. 1); eene vermindering, zooals de heer Gooszen
voorstelt, tot 125 K.G. is m.i. gewenscht; de commissie die het
nieuwe geschut beproeft schijnt er evenzoo over te denken. 1)
Het proefkanon eischt bij gedragen vervoer 4 muildieren, dat
van den heer G. 5, doch dit laatste heeft een meer dan 8 maal
grooter ballistisch vermogen, als daarvoor het arbeidsvermogen
aan de monding als maatstaf wordt genomen. Iedereen zal het
er wel over eens zijn, dat het kanon van den heer G. verre de voor
keur verdient boven het proefgeschut, indienhet mogelijk
ware zoo'n kanon te construeeren. Hier in Den Haag wordt ver
teld, dat de firma Skoda werkelijk het project van den heer
Gooszen heeft uitgevoerd; ik betwijfel dat echter ten sterkste.
Ik betwijfel niet, dat bedoelde firma een heel aardig bergkanon
heeft geconstrueerd en evenmin dat de heer G. daarvan mooie
1) „Het gescliutvraagstuk voor de Indische bereden artillerie"; door W. A. Blits Orgaan
I. K. Y. 1904 blz. 12.