840 genomen dat het kanon 40 van het afgelegde stuk weegt; dit moge al veel zijn voor veldgeschut, voor bergartillerie is de verhouding geheel anders en wel bij Krupp M/1903 29 bij Enrhardt M/1903 25 of 27 bij Skoda M/1903 26.3 bij het Indische proefberggeschut 27.44 alles onder het voorbehoud, dat de getallen in Bijlage B. op blz. 20 en 21 van den loopenden jaargang juist zijn. Bij veldgeschut is het gewicht van den vuur mond dikwijls kleiner dan 40 van dat van het afgelegde stuk. Is het rendement per K.G. van het kanongewicht groot, dan moet de affuit betrekkelijk zwaai" zijn om aan het geheel toch het voor het stilstaan benoodigde gewicht te geven. Dit komt duidelijk uit als men de constructies van Krupp uit de laatste jaren vergelijkt. Constructies van Krupp. Rendement per K.G. v/h. kanongewicht K.G.M. Gewicht van het kanon in van dat v/h. afge legde stuk Denemarken 260 31.6 Zwitserland 233 33 Nederland 214 41 Aangezien ik hierboven als rendement per K.Gf. van het ka nongewicht nam het gemiddelde van de maxima bij veld- en berggeschut bereikt, moet voor de verhouding van de gewichten van kanon en afgelegd stuk niet het maximum genomen wor den. Stelt men als een matig getal bij veldgeschut 33 en bij berggeschut 29 dan is het gemiddelde bij het hier behan delde tweeslachtige kanon 31 Weegt het kanon dus 200 K.G-., dan weegt het afgelegde stuk 645 K.G. De berekening van den heer G. leverde op een 500 K.G. zwaar stuk, dat een projectiel van 6 K.G. met 440 M. Y0 verschiet; mijne berekening, die denzelfden weg gevolgd heeft, komt tot een stuk van 645 K.G.hetzelfde projectielgewicht, nl. 6 K.G en V0 400 M. Zoodoende is het rendement per K.G. van het afgelegde stuk bij mij nog geen 76 K.G.M.bij den heer G. 120 K.G.M. Wat in dit opzicht bij berggeschut door constructeurs bereikt is vermeldde ik reeds, het maximum was 56.8 K.G.M. Bij veldgeschut bedraagt dit getal volgens Wille:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 236