854
deeren. Bij den aanvang der Dynastie hielden in de Keizerlijke
residentie de dapperen der acht Banieren en huiten in de pro
vinciën de troepen van het Groene Vaandel de wachtde étap
pen op de heerbanen hielden de rooverbenden in bedwang en
volbrachten, van af den minsten man tot aan den hoogsten aan
voerder, meer roemvolle daden dan wij in staat zijn op te som
men. Doch zij allen waren ruwe krijgers zonder vorming, ware
kinderen van hun tijd, want toen was persoonlijke dapperheid
alleen voldoende om de hoogste positie te kunnen bereiken. Thans
kunnen zulke mannen geen officiersbetrekkingen meer vervul
len, zij moeten zich met het behouden van hun tegenwoordigen
rang vergenoegen of met een mindere positie tevreden zijn, dan
wel, op gevaar af geen bestaan te vinden, geheel ontslagen worden.
Niet alleen de hooge waardigheid van generaal of luitenant-
generaal moet, zooals tot nu toe, in eere zijn, ook de lagere
rangen tot dien van luitenant toe moeten volle achting genieten;
ontbreekt bij de officieren echter het zelfbewutzijn, dan zal de
wereld hen geringschatten.
Niets is erger dan onkunde en onbeschaafdheid der offiieren;
hierin geleidelijk verbetering te brengen is onze plicht.
In den laatsten tijd heeft U. M.het volk tot aanmoediging,
den troon tot steun, in verschillende edicten gewezen op de be-
teekenis van de studie der krijgswetenschappen, opdat in het
geheele rijk levendige belangstelling daarvoor zou opgewekt wor
den. Zoo is dan, sedert de opening der militaire scholen en de
terugkeer van militaire leerlingen in het Vaderland, een leven
dige wedijver ontstaan; zelfs grijze generaals hebben met ijver
de studiën ter hand genomen, vroegere civiele ambtenaren zijn
in het leger nog eens van voren af begonnen, en er is niemand
die niet vlijtig aan eigen ontwikkeling werkt. Uit de beste,
volgens de nieuwste methoden opgeleide en tot officier bevor
derde militaire leerlingen, zullen de leeraars en instructeurs bij
de militaire scholen gekozen worden.
Door deze talrijke verbeteringen zal ongetwijfeld het Krijgs
wezen tot hoogeren bloei geraken. De ruwe, onwetende mannen
van den ouden tijd zullen verdwijnen en door ijverige, beschaafde
lieden vervangen worden. Zoowel de studie aan de scholen als
de strenge eischen voor bevordering zijn een waarborg dat on-