856 Alle op de militaire scholen of in het buitenland opgeleide •of als instiucteur werkzame officieren der nieuwe legerformatie krijgen den 9e rang, 3e klasse (2e luitenant) en bij het beklee- den van betrekkingen buiten het leger den met hun rang over- eenkomenden ambtelijken rang. Zoodra onze voorstellen de goedkeuring van U. M. verkregen zullen hebben, zullen wij nauwkeurig de noodige uitvoerings bepalingen bewerken en den Troon ter goedkeuring aanbieden. De titulatuur bij de tot nu toe nog niet opgeheven troepen- deelen van het Groene Vaandel in de provinciën kan voorloo- pig gehandhaafd blijven, totdat de nieuwe organisatie geheel tot stand zal zijn gekomen. c. Samenstelling en sterkte. De troepen der beide legers zijn ondergebracht in vierkante met hooge leem wallen omgeven legerplaatsen. Elke legerplaats is in den regel bestemd voor een bataljon infanterie (500 man), een eskadron cavalerie (200250 man) of een afdeeling artille rie (300400 man); officieren wonen eveneens in die leger plaatsen hunne huisgezinnen moeten daar buiten verblijf hou den, vrouwen en meisjes worden er niet toegelaten. De leger plaatsen worden goed onderhouden en maken bij feestelijke ge legenheden, met vlaggen versierd, een zeer goeden indruk. Met den geneeskundigen dienst is het in het Chineesche leger nog niet bijzonder goed gesteld; Europeesch gevormde artsen zijn alleen te Yungpingfu en Paotingfu, in welke laatste plaats ook een groot militair hospitaal gebouwd is. Te Tientsin bestaat een school tot opleiding van artsen, welke onder Fransche lei ding staat. Een Generale Staf kent het Chineesche leger niet, doch Yuan- schikai deed reeds stappen voor de oprichting. De te Peking te stichten militaire academie zal o. m. dienen tot opleiding van officieren van den Generalen Staf. Het Peiyang-leger. Bij het aanvaarden zijner tegenwoordige betrekking bracht Yuanschikai uit Schantung een gedeelte zijner troepen mede, nl. het z.g. „Wu wei yo dsün" d.i. „het den rech tervleugel beschermende leger", met een sterkte van:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 252