627
Het geraamte (fig. 1, PI. XVII) wordt overeind gehouden dooi
de 4 hoofdscheerlijnen g.g.g.g. aan den middelsten hoofdstijl en-
zoowel voor als achter—door 3 scheerlijnen h.h.h. aan de stijlen
der warande bevestigd, daarbij geholpen door de hulpscheerlij
nen i.i uitgespannen aan de vrije, niet ondersteunde hoeken
van het warande-dakzeil.
Alle losse scheerlijnen g.g. en h.h. hebben aan het eene eind©
een lus, waarmede zij aan de pennen of de punten der stijlen
worden vastgemaakt, en aan het andere einde een houten span-
knevel.
In de randen van het warande-dakzeil h.h. enz. is eveneens een
touw ingenaaid en zijn daardoor de buitenste hoofdstijl, de waran
destijlen en de hulpscheerlijnen i.i. stevig onderling verbonden.
Het tentdak der middenvakken is dubbelhet bovenzeil daar
van is samengesteld uit een midden- of noklap en twee zij
lappen, het onderzeil uit twee lappen, alles op de volgende wijze
samengevoegd. Aan den noklap van het bovenzeil hangen ten
eerste de beide zijlappen aan touwen met knevels, een ventilatie
opening vrijlatende, en bovendien nog de beide lappen van het
onderzeil aan lussen van zeildoek, breed 20 c.M.die boven de
nokgording aan dien noklap zijn vastgenaaid (fig. 3, PI. XVI).
De onderranden van boven- en onderzeil zijn onderling even
eens door touwen met knevels o.o. verbonden (fig. 1, PI. XVI
en fig. 2, PI. XVII) en wel zoodanig, dat de schuin uitstaande
vlakken dier zeilen met 25 c.M. tusschenruimte evenwijdig aan
elkaar loopen.
De ventilatie-opening in het bovenzeil, aan beide kanten tus-
schen noklap en zijlap uitgespaard, meet 2.40 M. bij 40 c.M.,
terwijl tusschen de beide lappen van het onderzeil in elk midden
vak over de geheele lengte een ruimte van 20 c.M. open blijft,
die door de zeven lussen, waaraan de lappen hangen, in zes
vakken wordt verdeeld, elk 40 c.M. lang.
Zoowel de tentruimte als de luchtlaag in het dubbele tent
dak hebben hierdoor gemeenschap met de buitenlucht.
Boven de ventilatie-opening in het bovenzeil is een verstel
baar scherm van zeildoek—gesteund door korte bamboe-steunstok-
kenaangebracht, dat, hoog opgetrokken dan wel geheel of ge
deeltelijk neergelaten, de opening bij zonneschijn of regen al