865
(Wille onderscheidt zoodoende vier hoofdtypen).
Het onderscheid tusschen bovenbedoelde twee hoofdtypen be
staat hoofdzakelijk in de wijze van openen van het sluitstuk.
Zoo krijgt men:
le het direct bij het ontbranden van het buskruit en voor-
waartsgaan van het projectiel opengaan van het sluitstuk;
2e het openen van het sluitstuk eerst nadat de kogel den
loop verlaten heeft.
Het is duidelijk dat in het eerste geval tal van nadeelen
voorkomen, die maken dat dergelijke wapenen niet ten volle
voldoen aan de strenge eischen welke aan oorlogswapenen ge
steld moeten worden. Die nadeelen kenmerken zich door min
der groote ballistische uitkomsten, welke het gevolg zijn van
aan den eenen kant dikwijls grootere ladingen dan noodig is,
en aan den anderen kant onvermijdelijke verschillend sterke
gasontsnappingen. Toorts geven deze, nog meer dan bij revol
vers, aanleiding tot sterke verontreiniging van het meer ingewik
kelde mechanisme, tot uitbrandingen en binnen vrij korten tijd
onbruikbaar worden van het wapen.
Daar komt nog bij, dat bij deze soort wapenen aan de ver
vaardiging der munitie zeer hooge eischen moeten worden ge
steld; de nauwkeurigheid moet zoo hoog mogelijk worden opge
voerd, tolerantiën kunnen zoo goed als niet toegelaten worden,
terwijl, wil het wapen goed werken, bij het opleggen van partijen
munitie geen verandering mag plaats grijpen, zooals die bij het
rookzwakke buskruit zoo vaak voorkomt.
De tweede soort wapenen biedt daarentegen dezelfde voordee-
len aan als de soliede sluitingen der tegenwoordige niet automa
tische aehterlaadwapenen.
Het selflaadpistool Parabellum
nu behoort tot deze tweede soort, dus tot de terugstootswape
nen met volkomen vaste sluiting gedurende den tijd dat het
projectiel zich nog in den loop bevindt. Hierbij is gasontsnap-
ping dus uitgesloten. De buskruitgassen werken met volle kracht
en steeds op dezelfde wijze op het projectiel, waardoor de ten
allen tijde onontbeerlijke, maar voor oorlogsdoeleinden in nog